Belasting betalen moet simpeler en rechtvaardiger

De rol van de accountant en fiscalist is de laatste jaren door nieuwe regelgeving sterk veranderd. Wat betekent dat voor hun beroepsbeoefening en voor de MKB’er die zij van advies voorzien? Wat verandert er voor de MKB’er? En welke belastingwetten zouden zij meteen wijzigen als zij aan het roer stonden? Een gesprek met de fiscaal deskundigen Rob Verbrugge, Erwin Sijmkens, Harry Handels, Erwin Simons en Rob Jongen.

“Als kantoor zien we een sterk veranderde, terugtrekkende rol van de banken”, start Simons. “Het persoonlijk contact is veel minder. Veel kredieten kun je al via internet aanvragen. Vroeger kende je een accountmanager, maar dat is een stuk minder.”
“De opschaling en regelgeving zijn doorgeschoten”, vindt Handels. “Ook wij moeten oppassen dat we niet in regelgeving verzinken. De regelgeving moet passen bij degene die je adviseert. Een MKB-bedrijf is iets anders dan een beursgenoteerd. De adviseur dreigt risicobeheerder te worden.

Meldingsplicht
Met horizontaal toezicht (HT) wil de Belastingdienst de samenwerking in het fiscale proces veel meer centraal zetten. Voor het MKB betekent HT een afspraak tussen de adviseur en de Belastingdienst, waarbij de MKB’er kan aanhaken, voor zover die nog geen eigen convenant met de Belastingdienst heeft. De adviseur keurt de aangifte goed en wordt daarop in beginsel niet meer door de Belastingdienst gecontroleerd. Er is afstemming vooraf waar nodig, in plaats van controle achteraf.

Meldingsplicht hoort daar ook bij. “Het lijkt alsof wij opsporingsambtenaar van de overheid zijn”, vindt Jongen. De adviseur die een onregelmatigheid constateert bij een klant, is verplicht dat te melden. “Het toppunt is dat je vier jaar achter tralies kunt komen, als je er niet aan voldoet”, voegt Harry Handels toe. “En wat te denken van de boetes die je opgelegd krijgt als je klant zijn omzetbelasting niet op tijd heeft betaald”, zegt Sijmkens. “Je kunt zomaar in een traject komen, waarin je helemaal niet wilt zitten.”

Vragen naar HT
Via big data analyse is de Belastingdienst in staat van iedere belastingplichtige nagenoeg alle financiële gegevens te verzamelen. “Dat gaat ons werk steeds nadrukkelijker beheersen. Maar wij kunnen vaak niet alles van een klant weten”, stelt Verbrugge. “Soms weet je niet of je alle gegevens gekregen hebt. Anderzijds heeft HT het voordeel dat de Belastingdienst je sneller helpt bij onduidelijkheden. Maar het blijft staan: je aangifte moet juist zijn. De verantwoordelijkheid ligt bij de belastingplichtige en zijn adviseur.”

Er zijn klanten die hun adviseur expliciet naar HT vragen. “Vooral klanten die de materie kennen en weten dat ze hun zaakjes op orde hebben. Voor hen kan HT interessant zijn”, meent Jongen. “Je moet je klant dus wel kunnen antwoorden waarom je het bij de een wel en bij de ander niet toepast.”

HT past volgens Verbrugge ook uitstekend bij MVO-ondernemers. “Want MVO gaat niet alleen over groen en participatiewetgeving, maar ook over het voldoen aan alle regelgeving en verplichtingen.” “Je moet wel ‘in control’ zijn”, zegt Handels. “Wat niet wil zeggen dat zij per definitie onjuiste aangiftes doen; in sommige sectoren ligt het gewoon moeilijker.”

Belastingverdragen
Ondanks de kritische kanttekeningen denken de adviseurs dat HT niet te stoppen is. De Belastingdienst heeft het sterk gepromoot. “Sommige inspecteurs durven door de aangescherpte regelgeving minder afspraken te maken of probleemoplossend te denken. Dat was altijd het sterke punt van Nederland: je kon duidelijke afspraken maken. Dat zag je in ander landen een stuk minder,” zegt Simons.
De Europese Unie onderzoekt momenteel de rulings van de Belastingdienst met grotere multinationals. Volgens Simons window dressing. “Hoe moet Europa nu iets in Nederland regelen als een bedrijf hier een concrete afspraak met de Nederlandse fiscus heeft gemaakt? Geldt die dan opeens niet meer?”
Het lijkt de adviseurs dat Europa vanwege de publieke commotie over bedrijven die belasting ontwijkend gedrag vertonen plotseling heel daadkrachtig over wil komen.

Verbrugge: “Staatssecretaris Wiebes roept dat we geen belastingparadijs zijn. “Dat zijn we ook niet. Als handelsnatie hebben wij met heel veel landen belastingverdragen gesloten. Dat onderscheidt ons van andere landen. Maar ook die hebben inmiddels de deelnemingsvrijstelling en overlegregelingen. Sterker nog, sinds 2001 zijn we het braafste jongetje uit de klas om de internationale belastingproblematiek te tackelen.”

 

Politiek instrument

“Doordat we belasting betalen, zijn veel zaken in Nederland goed geregeld. Maar de Belastingwetgeving is niet duidelijk. Dat leidt ertoe dat mensen sceptisch tegen belastingen aankijken”, oordeelt Handels. Volgens Simons is hier de beroepsgroep ook medeverantwoordelijk voor. “Als de wetgever een regeling niet duidelijk heeft opgeschreven in de wet, dan vliegen we er met z’n allen bovenop om die onderuit te halen.”
Belastingwetgeving is verworden tot een politiek instrument. Handels: “Politici roepen: ‘We moeten even aan de knoppen draaien: hier iets eraf, daar erbij…’ Ze hebben soms geen flauw benul van de effecten van hun voorstellen. Kijk naar het toeslagendebacle. Niemand die het volledig begrijpt.”
De invoering van de werkkostenregeling is volgens de adviseurs zo’n debacle. Ze voorspellen over twee of drie jaar een nieuwe parlementaire enquête. “De meeste bedrijven hebben de regeling dit jaar ingevoerd en moeten in januari 2016 afrekenen. Van de adviseurs wordt verwacht dat zij weten wat bedrijven allemaal vergoeden en wat er allemaal onder valt. Dat zou je elke maand moeten bijhouden, maar dat is ondoenlijk en onbetaalbaar”, stelt Jongen. Allen hebben hun klanten geïnformeerd, maar moeten afwachten of die de regeling goed wordt toegepast. “De kans op foute aangiftes is dus heel groot”, meent Simons.

“Er zijn al zeven aanvullingen op de werkkosten-regeling de revue gepasseerd. Sommige regelingen zijn gewoon met je blote verstand niet uit te leggen. Mensen gaan daardoor wegen zoeken, die je met z’n allen eigenlijk niet wilt”, zegt Sijmkens. “Er wordt van te voren niet goed nagedacht. Er is bijvoorbeeld over onkosten al van alles in cao’s geregeld. Wij zien wat er mis gaat, maar de politiek denkt dat het wel goed gaat komen.”

 

Modelovereenkomst
Per 1 januari mogen we ons verheugen op belastingverlaging en lastenverlichting. “Door wat aan de knoppen te draaien”, merkt Sijmkens licht cynisch op. “Zo’n 800 euro voordeel, dat het Rijk weer terughaalt door de autobijtelling te verhogen.” De tariefsverhoging in 2017 op het gebied van Box 3 is evenmin schokkend. Alleen de echt vermogenden gaan iets meer betalen. “De belasting zou moeten gaan over het rendement dat je op je vermogen maakt. Helaas heeft niemand de laatste jaren meer 4% rente op zijn spaargeld behaald.”
Ook de VAR-verklaring wordt mogelijk afgeschaft en ingeruild voor een modelovereenkomst. “Weer een verschuiving van de verantwoordelijkheid”, zegt Jongen. “De Belastingdienst gaat inhoudelijk toetsen hoe je met elkaar handelt en kijkt of er wel of geen sprake is van zelfstandigheid in fiscale zin. Met een VAR-verklaring loopt de opdrachtgever geen risico. Vanaf 2016 loopt ook de inhuurder financieel risico, mocht blijken dat de ingehuurde geen zelfstandig ondernemer is. Dat vermijd je dan met de modelovereenkomst, maar de controle komt mede bij de opdrachtgever terecht.” Je moet iedere modelovereenkomst goed administreren en eventueel voor akkoord voorleggen aan de fiscus. Dit is typisch een geval van: leuk bedacht, maar het moet wel praktisch uitvoerbaar zijn. Wat was er nu mis met de VAR?”
De Wet Aanpak Schijnconstructies kan eveneens vervelende gevolgen hebben. “Stel dat ergens in de keten van hoofdaannemer en talloze onderaannemers ergens een medewerker te weinig uitbetaald heeft gekregen, dan kan die aankloppen bij de opdrachtgever. Dat gaat heel ver.”

Wat aanpakken?
Verbrugge zou meteen werk maken van overzichtelijke belastingwetgeving. “Lastenverlichting in regelgeving. Door big data analyse kan de Belastingdienst nu al 80% van de aanslagbiljetten zelf invullen. Waarom moeilijk over doen? Facebook of Albert Heyn weten ook bijna alles van je. Het zou me niet verbazen als je bank in de toekomst je jaaraangifte maakt.”

Rob Jongen zou de correspondentiestroom van de Belastingdienst meteen indammen. Met veel blauwe brieven, straks witte, hoef je helemaal niets te doen als ze niet op jou van toepassing zijn. “Die kun je kapot scheuren. Maar dat lees je vaak pas achteraan, nadat je twee moeilijke A4’s heb doorgeworsteld.”

 

Harry Handels en Erwin Sijmkens pleiten beiden voor begrijpelijke wetgeving die praktisch uitvoerbaar is. De ‘toeslagenhandel’ en het systeem van heffingskortingen zouden ze meteen afschaffen. “Dat is gewoon schuiven met geldstromen en totaal onbegrijpelijk. Stoppen met knoppen draaien.”

Erwin Simons zou meteen de werkkostenregeling eruit gooien en teruggaan naar de oude situatie. “Ook de successiewet en de overdrachtsbelasting vind ik rare wetten. Daarin zit een grote ongelijkheid. Als iemand met vermogen overlijdt, en het gaat om beleggingsvermogen, dan moet je verplicht afrekenen. Is er sprake van een materiële onderneming, dan is het vermogen vrijgesteld. Vreemd.”

 

 

Handels besluit: “De jaarlijkse belastinginkomsten bedragen circa 240 miljard euro. 80% daarvan komt binnen via loonbelasting en omzetbelasting. De hele discussie van heffingen en toeslagen zou je overboord kunnen gooien als je bijvoorbeeld de BTW met een half procent verhoogt. Uit overdrachtsbelasting en successierecht komen marginale inkomsten, maar juist die appelleren enorm aan het gevoel van onrechtvaardigheid. Onze belastingwetgeving is meer dan 100 jaar oud. Ze zou opnieuw opgebouwd moeten worden, wil je iedereen rechtvaardig belasten.”