Alleen al de regio Weerterland kent een scala aan netwerken. Waar sluit je je bij aan, wanneer is een netwerkclub waardevol en waarom wordt er weinig samengewerkt onderling? Vertegenwoordigers van netwerkclubs in de regio bespreken tijdens een rondetafelgesprek de toekomst. Die staat in het teken van nieuwe verbindingen, relevantie en inspiratie. Met behoud van de eigen identiteit.

Door Wesley Hegge

Je hebt ze in alle soorten en maten. Netwerkverenigingen speciaal voor vrouwelijke ondernemers, clubs die business met cultuur verbinden, bovenregionale verenigingen en clubs die zich juist richten op één gemeente. Dat mensen uit het bedrijfsleven behoefte hebben om elkaar te treffen, is een vaststaand feit. Maar waar is precies behoefte aan binnen de hedendaagse netwerkclubs? En hoe blijf je relevant?

Bestaansrecht
In het Rabobank Theatercafé van het Munttheater in Weert bespreken vertegenwoordigers van netwerkclubs samen met Hans de Kinderen (Rabobank Weerterland en Cranendonck) en Brigitte van Eck (Munttheater) de toekomst.

De Kinderen ziet in breder verband dat nieuwe samenwerkingsvormen steeds belangrijker worden. Hij is zelf lid van een aantal netwerken. Het valt hem op dat er veel versnippering is en weinig samenwerking. “Misschien is dat met een reden”, start De Kinderen het gesprek. “Maar ik hoor tegelijkertijd van voorzitters dat ze soms worstelen. Bijvoorbeeld met het aantrekken van jonge ondernemers en grote bedrijven. Dit zijn grote uitdagingen. Ik ben benieuwd wat samenwerking hierin kan opleveren.”

Harald Teunissen (Bizz’Cu) stelt dat er in de regio Weerterland in ieder geval niet te veel verenigingen zijn. “Anders zouden de ledenaantallen afnemen. We zijn in de gelukkige omstandigheid dat er steeds nieuwe mensen blijven komen. We zijn ontstaan in Ospel en inmiddels hebben we ook veel leden uit Weert en Nederweert. We voorzien in een behoefte.”

Nicole Slegers (Van Zaak tot Zaken) deelt die mening en voegt daaraan toe: “Netwerken hebben allemaal bestaansrecht. Als ik op de businessborrel van Het Zakenblad kom, tref ik andere mensen dan bij Female Vrouwen en Zaken of bij mijn club.”

Van Zaak tot Zaken en Bizz’Cu hebben eerder verkennende gesprekken gevoerd om samen te werken. Slegers: “De leden hebben gezegd dat ze graag een eigen vereniging willen blijven.  We hebben juist bestaansrecht door de kleinschaligheid. We hebben afgesproken om eens per jaar samen iets te organiseren.”

Samenwerking
Thijs Truijen (MKB-Limburg, afdeling Midden-Limburg) denkt dat er wel te veel netwerkclubs zijn. “Dat namen we ook waar binnen MKB-Limburg. Bij onze evenementen in de regio zag je steeds dezelfde gezichten van zo’n zeventig ondernemers. We hebben onze vereniging een tijdje terug opgedeeld in drie regio’s en één overkoepelende businessclub. Ondernemers kunnen daardoor nu evenementen in andere regio’s bezoeken. Die kruisbestuiving komt nu op gang. Ondernemers van Venlo komen bijvoorbeeld naar Weert en omgekeerd.”

MKB-Limburg organiseert ook elke twee jaar de Weerterlandprijs. Truijen: “Binnenkort beginnen we in het Munttheater met de voorbereidingen van de editie in 2020. Ik wil zoveel mogelijk bedrijven in Weert en Nederweert bereiken. Als ik daar hulp bij zou kunnen krijgen van andere netwerkclubs zou dat het proces vereenvoudigen.”

Van Eck ontdekt daar een mooie eerste stap voor toenadering. “Ik denk dat netwerkclubs verkokerd zijn en er op verschillende gebieden samengewerkt kan worden. Met de Weerterlandprijs kunnen de eerste schreden gezet worden.”  

Bart Maes (Het Zakenblad) sluit zich daarbij aan. “Er is weinig samenwerking. Dat is jammer, want een heleboel clubs proberen dezelfde soort zaken voor elkaar te krijgen. Namelijk business in de regio verder brengen. Je zou onderwerpen gezamenlijk breder kunnen oppakken.”

Inspireren
Ook buiten de ondernemersprijs kan samenwerking de diverse verenigingen verder helpen. De Kinderen stelt voor de mogelijkheden te bekijken om gemeenschappelijke evenementen te organiseren waar onderwerpen besproken worden die de clubs overstijgen. “Als je impact wil maken, heb je een bepaalde massa nodig. Denk aan relevante sprekers die ondernemers kunnen inspireren over onderwerpen als digitalisering en privacy. Clubs hebben moeite om grote bedrijven en jonge ondernemers aan zich te binden. Met dit soort bijeenkomsten kun je relevant zijn voor hen en kun je de moeilijk bereikbare groepen wel laten aansluiten.”

Slegers benadrukt dat je goed moet nadenken over de opzet. “Iedere keer een interessante spreker vinden over een actueel onderwerp is lastig. Bovendien moet je oppassen met de omvang van een gezamenlijk event. Je zoekt in een massa toch de mensen op die je al kent. Je zult een actief onderdeel moeten inbrengen waardoor je anderen leert kennen, zoals workshops.”

Van Eck kopt de bal in. “We zullen een combinatie moeten zoeken. Denk aan twee keer per jaar een spreker uitnodigen en twee keer een workshop waar mensen zich voor kunnen inschrijven. Maar ook het actief opzoeken van elkaar, bijvoorbeeld in het kader van de Weerterlandprijs.”

Synergie
Johan Heijnen (Cubis) ziet ook kansen om gezamenlijk een aantal keer per jaar iets te organiseren. “We zouden naast onze eigen activiteiten zeker openstaan om gezamenlijke bijeenkomsten bij te wonen. Misschien moeten we dan ook een gemeenschappelijke pot maken. Arbeidsmarkt en klimaat zijn thema’s die voor alle ondernemers interessant zijn. Door de krachten te bundelen kunnen we een relevante spreker laten komen en dat eventueel koppelen aan werkgroepen en afsluitend een borrel. We weten allemaal wat werkt en niet werkt.”

Maes weet uit ervaring dat de insteek van een netwerkbijeenkomst vooraf duidelijk moet zijn. “Elke editie van ons magazine wordt gepresenteerd tijdens een business borrel. We merken dat mensen dan voornamelijk voor de gezelligheid komen. Als je de onder nemers iets informatiefs wil meegeven, kun je dat beter lostrekken. Door een middagprogramma van workshops en ’s avonds afsluitend een borrel te houden.”

Behoefte aan verregaande samenwerking in de vorm van een nieuw platform is er niet. Er zijn immers al meer dan genoeg clubs. Wel spreken alle vertegenwoordigers die ambitie uit om de onderlinge synergie uit te bouwen en nieuwe verbindingen te leggen. Teunissen: “We staan absoluut open om zaken samen op te pakken, maar het moet wel relevantie hebben, gedragen worden en een gemeenschappelijke deler hebben.”

De Kinderen nodigt iedereen uit om het rondetafelgesprek een vervolg te geven. “Het was een inspirerende middag. Laten we elkaar binnenkort weer treffen om volgende stappen te gaan zetten.