Met een flinke dosis lef brengt de coalitie Weert Lokaal, VVD en SP ongekend veel plannen ten uitvoer. Meer dan ze ooit had durven dromen. Een greep: hergebruik van de KMS en Van Hornekazerne, verbouwing van het gemeente lijk museum en de toekomstige spoorlijn Weert-Antwerpen. En misschien minder zichtbaar: een geruis loze hervorming van de zorg, miljoenen voor armoedebeleid en  investeringen in onderwijs.

Door Wesley Hegge

“Het hoogtepunt?” Geert Gabriels krabt zich achter de oren. “Lastig kiezen hoor. We hebben de afgelopen jaren zo veel gedaan. Ik vond de fruitbomenactie geweldig, maar ik ben ook trots op het nieuwe culturele beleid.”

Frans van Eersel valt hem bij: “Misschien is het hoogtepunt wel, dat we als wethouders van drie uiteenlopende politieke partijen een verrassend goede combinatie blijken te zijn. Er is een uitstekende chemie, we hebben intensief samengewerkt en treden altijd gezamenlijk naar buiten.”

Financieel gezond
Duidelijk is dat dit college er één is van de lange termijn, gericht op bouwen en verbeteren. De klus begon voor hen in 2014 met het coalitieprogramma Met iedereen aan boord… verder! Het was een andere tijd, waarin bezuinigingen en grootschalige veranderingen de toon bepaalden. Martijn van den Heuvel was toen nog raadslid en zou pas eind 2016 Harrie Litjens opvolgen. Hij schetst het toenmalige tijdsbeeld: “De economische crisis was duidelijk merkbaar. We kampten met een begrotingstekort van 7 miljoen euro. Dat hebben we gaandeweg weten om te buigen naar een overschot in de komende jaren. Ook de algemene reserve is met 4 miljoen euro aangevuld. Al die tijd heeft het college óók vooruit gekeken”, stelt Van den Heuvel. “Nu, na jaren van zaaien, kunnen we eindelijk oogsten.”

 

De grote verandering waarmee Weert in de beginperiode te maken kreeg, bestond vooral uit de overheveling van zorgtaken van de landelijke overheid naar gemeenten. Het was Paul Sterk die hiervoor aan de lat stond: “De transitie ging gepaard met 25 procent minder budget. Maar ik heb nooit puur en alleen vanuit dat geld geredeneerd. Mijn focus is altijd geweest: hoe maak ik de zorg voor onze inwoners toegankelijker en beter? Tussen de verschillende instellingen zoals de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning)
en de Jeugdzorg zitten van oudsher ‘schotten’. Dat is een klassiek gegeven. Die heb ik er tussenuit gehaald. De komende jaren moet het een keten worden.”

Sterk vertelt dat de bijdrage in de kosten voor Wmo-voorzieningen vanaf 2018 worden verlaagd. Er is bovendien een reserve van 6 miljoen euro opgebouwd. “In veel andere steden heeft de overheveling tot problemen geleid. Hier is het goed verlopen”, zegt hij. Geert Gabriëls reageert: “De titel van ons coalitieprogramma zegt het ook: samen verder. En zo hebben we het ook gedaan. We zijn progressief, hebben organisatorische
zaken aangepakt en er is door veel mensen, ik doel ook op ondernemers, in de gemeente geïnvesteerd.”

Er zijn inderdaad wapenfeiten. Zaken waar vijftien jaar lang alleen maar over gesproken werd. Zoals De Lichtenberg, het gemeentelijke Jacob van Horne museum en de verplaatsing van houthandel Scheijmans uit het centrum. Martijn van den Heuvel: “In die vooruitgang hebben we niemand achtergelaten. Iedereen mag meeprofiteren nu het
met Weert beter gaat. We hebben niet alleen geïnvesteerd in stenen. Er is nét zo goed aan kwetsbare inwoners gedacht.

Zo is er in 2018 extra geld beschikbaar voor preventie van armoede en voor actieve armoedebestrijding. Want investeren in armoede loont. Je bevordert namelijk
het welzijn van mensen. En dat levert allerlei positieve effecten op. Bijvoorbeeld minder maatschappelijke kosten zoals die voor crisisopvang of vanwege criminaliteit. Maar ook voorbeeldgedrag voor kinderen en betere kansen op werk.”

Andere manier van werken
Niet alleen binnen de zorg zijn de muurtjes tussen instellingen weggehaald. Ook binnen de eigen organisatie heeft de aanpak van het college bijgedragen aan de samenwerking tussen afdelingen. Frans van Eersel: “Het ambtelijk apparaat moet één worden. En wij werken ook zo. Door samen op te trekken en een onderwerp integraal te benaderen.”

Als voorbeeld noemt Paul Sterk de herontwikkeling van de voormalige Van Horne-kazerne die hij in zijn portefeuille heeft. “Op enig moment klopte het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers bij ons aan met de vraag of het hele terrein voor de opvang van asielzoekers gebruikt kon worden. Ik heb toen gezegd dat we ruimte aanbieden voor de opvang van duizend asielzoekers. Er moest namelijk ook terrein overblijven om voor andere gebruikers te kunnen herontwikkelen. Dat was het uitgangspunt, en dat leidde later tot de verkoop
aan stichting Horne Quartier (HQ). Bij de verdere ontwikkeling van HQ werd Frans van Eersel betrokken.”

Vanwege het feit dat er een AZC-school op het terrein stond, kwam vervolgens ook Geert Gabriëls aan zet. Maar er zijn meer voorbeelden te noemen waarin de wethouders gezamenlijk met elkaar zijn opgetrokken. Zoals bij de bouw van de springstal van Rob Ehrens in WeertWest of de komst van een Regionaal Kennis en Expertisecentrum (RKEC).

Met iedereen vooruit
Ofschoon Martijn van den Heuvel pas later tot het college toetrad, heeft hij er in korte tijd toch zijn stempel op weten te drukken. “Waar ik met name trots op ben, is de daling van het aantal uitkeringsgerechtigden naar minder dan duizend. Dat valt samen met alle portefeuilles. We hebben meer werkgelegenheid naar Weert gehaald. Er is samengewerkt
met het bedrijfsleven en met instanties om meer bijstandsgerechtigden aan de slag te helpen. En van de statushouders heeft inmiddels een groot aantal werk of
een stage gevonden.”

Geert Gabriëls merkt op dat dit college ook veel aan cultuur heeft gedaan: “We hebben volledig op culturele samenwerking ingezet. En er worden ook veel meer evenementen
dan voor heen georganiseerd. ”Ook Frans van Eersel heeft resultaten paraat. “We hebben
de Bedrijven Investeringszone (BIZ) voor de ondernemers in de binnenstad opgericht. En we hebben met succes voor een treinverbinding naar Antwerpen gelobbyd, waardoor
straks meer mensen vanuit België onze stad bezoeken. Daar hebben we zelf 2 miljoen euro voor uitgetrokken. In het regeerakkoord staat dat het kabinet geld reserveert
voor de activering van de lijn. En vergeet niet: er is een provinciale bijdrage van ruim drie miljoen euro voor de uitvoering van het centrumplan Versterking Stadshart.”

Na alles wat er is ontwikkeld, rijst de vraag of er zaken zijn die achteraf beter hadden gekund. Bijvoorbeeld de aanpak van leegstand in het centrum van Weert. Want  enig winkelpand staat te huur. Frans van Eersel: “We hebben in de binnenstad 422 panden, er staan er 60 leeg. Dat wil zeggen: 362 zijn er gevuld. Relatief veel panden zijn dus gevuld.”

Volgens hem heeft Weert geen leegstandsprobleem, maar zijn er simpelweg te veel winkelpanden. “Vergelijk ons met Helmond, waar de binnenstad maar 200 panden heeft.
Wij moeten het overschot aan winkelpanden een andere bestemming geven en daar zijn we ook mee bezig.”

Een mooie toekomst
“Het is ook vaak beeldvorming”, stelt Sterk. “We blijven kritisch, leegstand is een probleem en dat willen we oplossen. Intussen hebben we wel het coalitieprogramma uitgevoerd en daar bovenop nieuwe kansen gepakt. 85 procent gaat goed, 10 procent zijn we aan het verbeteren en 5 procent klopt nog niet. Je leest vaak alleen over de dingen die misgaan. De afgelopen vier jaar is gebouwd aan het Weert van de toekomst. De komende jaren, zeker nu de economie weer draait, is het tijd om de vruchten te plukken. Voor ons als gemeente is het steeds de uitdaging om te laten zien wat er allemaal is gelukt. En dat is
gelukkig heel veel.”