Annemie Weegels. Fotografie: Irene van Wel

In de rubriek industrieel verleden belichten we deze keer het familiebedrijf Weegels Beton, opgericht in 1906 door Jan Mathijs Weegels als leverancier van bouwmaterialen. Zijn zoon Harrie startte in de jaren dertig met de betonfabriek om zo prefab bouwmaterialen te vervaardigen. Na de oorlogsjaren bouwde zijn weduwe Bertie als jonge moeder de betonfabriek opnieuw op. Meer dan veertig jaar had ze de touwtjes van het Weerter bedrijf strak in handen. Maar wie meent dat zij daardoor een koele, ‘betonnen’ zakenvrouw werd, heeft het mis. Dochter Annemie blikt terug op het kunstzinnige leven van een charmante vrouw.

Door Wesley Hegge

Het interview vindt plaats op de sterfdag van Harrie Weegels. ‘Precies 74 jaar geleden is hij overleden’, rekent Annemie Weegels uit. ‘Ik heb mijn vader helaas nooit echt goed gekend. Ik ben in 1942 geboren, vier jaar later overleed hij.’

Onstuimige start
Op de tafel in de woonkamer liggen krantenknipsels, brieven en fotoboeken. Ze heeft de voorbereidingen serieus genomen. ‘Over de periode voor de oorlog kan ik uit eigen ervaring niets vertellen. Maar daar is gelukkig veel over geschreven.’

Weegels Beton is dan ook niet zomaar een bedrijf. Wie nu door Amsterdam loopt, ziet overal putdeksels liggen met daarop ‘Weegels Weert’. De deksels liggen verspreid door heel Nederland. Maar ook in België en zelfs op Bonaire zijn ze te vinden. Gekscherend worden de putdeksels, naast de vlaaien natuurlijk, hét exportproduct van Weert genoemd.

Tekst gaat verder onder de foto.

Dat had Jan Mathijs Weegels (1874-1935), de opa van Annemie, waarschijnlijk niet kunnen bevroeden toen hij in 1906 startte met een bouwmaterialenhandel. Het bedrijf lag aan de Lozerweg in Weert. Ook zijn zonen Harrie en Pierre kwamen in de zaak. Harrie stelde voor de betonproductie zelf te verzorgen. Zodoende werd gestart met de productie van trottoirtegels en -banden en betonbuizen. Het bleek een goede zet. Zowel de handel als de fabriek floreerde: er werkten 125 mensen en het wagenpark telde elf vrachtwagens en drie personenauto’s.

Na het overlijden van Jan Mathijs Weegels in 1935 namen Harrie en zijn broer Pierre, die later een bekende architect zou worden, de zaken over van hun vader. Een jaar later veranderde alles. Het bedrijf werd tijdens de Duitse bezetting stilgelegd. ‘Mijn vader wilde niet voor de Duitsers produceren. Alleen een vaste kern bleef in dienst. De medewerkers werden betaald door de verkoop van grond en voorraden en door de reserves op te maken. In die stressvolle periode werd mijn vader ziek.’

Na de oorlog wilde Harrie opnieuw beginnen. ‘Zijn broer Pierre deed niet meer mee, die had het te druk met het ontwerpen voor de wederopbouw. Harrie werd behoorlijk tegengewerkt. Zo wilde de ENCI (Eerste Nederlandse Cement Industrie) hem eerst geen cement leveren, omdat hij in de oorlogsjaren niets had afgenomen. Het waren moeilijke jaren en uiteindelijk overleed Harrie in 1947.’

Zelf doen
Weduwe Bertie (1915-2002) bleef alleen achter met dochters Marianne van zes en Annemie van vier jaar. En een bedrijf. ‘Mijn moeder was toen 31 jaar. Aanvankelijk wilde ze na de dood van mijn vader het bedrijf verkopen en teruggaan naar Eijs-Wittem. Daar woonden haar ongetrouwde broer en zus. Van een goede vriend kreeg ze het advies zes weken alles te laten betijen. Dat heeft ze gedaan en ze besloot door te zetten.’

In de jaren na de oorlog -maar ook nu nog- kende Weert een omvangrijke betonindustrie. ‘Denk aan bedrijven als de Nebi, Wilma, Hoco Beton en Nering Bögel. Mijn moeder wist zich knap staande te houden. En dan te bedenken dat vrouwen in die tijd voornamelijk actief waren in het huishouden. Dankzij haar sterke persoonlijkheid wist ze het bedrijf uit te bouwen. Ze werd ‘Betonnen Bertie’ genoemd. Dat vond ze zelf niet leuk, maar het gaf wel aan hoe krachtig ze was. Ze was een vrouw met meerdere kanten. Enerzijds heel charmant, anderzijds zakelijk enorm sterk. Ze liet zich de kaas niet van het brood eten.’

Tekst gaat verder onder de foto.

Rond 1960 werd begonnen met de productie van verholen goten voor de afwatering van wegen. Dat werd flink uitgebreid: bij Weegels werden dergelijke goten gemaakt voor onder meer wegen, parkeerplaatsen, haventerreinen en luchthavens. In 1971 werd het leveringspakket uitgebreid met straat- en trottoirkolken en met putranden. In dat jaar werd ook een kunststoffenindustrie opgericht.

In die tijd, vanaf begin jaren zeventig, kwam ook Annemie in het bedrijf. ‘Er werkten rond de tachtig mensen. We maakten eigenlijk alles voor weg- en waterbouw voor onder de grond. In 1988 nam mijn moeder afscheid als directrice en heb ik haar functie overgenomen. Ze woonde naast het kantoor en bleef dagelijks naar kantoor komen. Uiteindelijk hebben we het bedrijf in 1997 verkocht aan het Ierse CRH. Ik heb dus nog een hele tijd samen met mijn moeder gewerkt. Mensen vroegen weleens of we nooit ruziemaakten. Natuurlijk deden we dat, het kon zelfs knetteren, maar zodra we de trap van het kantoor afdaalden, hield dat op. Thuis spraken we niet veel over de zaak.’

Kunst
Thuis richtte Bertie zich namelijk op totaal andere activiteiten. Vooral de schilderkunst trok haar interesse. ‘Daardoor kon ze de harde zakenwereld beter relativeren. Ze had er een goede neus voor. Ze kocht werken van onder meer Pat Andrea, Anton Heijboer, Lucebert en Karel Appel toen die nog niet zo bekend waren. Kunst loopt als een rode draad door de familie. In het gezin van opa Math. speelde muziek een belangrijke rol. Mijn vader speelde viool. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Mijn zoon Dirk den Hartog is kunsthandelaar en eigenaar van Galerie Mia Joosten in Amsterdam.’

Bertie had altijd een warm hart voor jonge kunstenaars, ook voor moderne schrijvers. ‘Ze was goed bevriend met Gerard Reve, in de tijd dat hij in Weert woonde. Dat was in de jaren zeventig. Daarover heb ik nog een bijzonder verhaal. Mijn moeder en ik waren uitgenodigd voor een etentje voor zijn verjaardag bij La Casserole, gelegen aan de Oelemarkt. Dat herinner ik me nog goed, het was in de winter en er lag sneeuw. We waren met een gezelschap en ik zat naast Gerard. Op een gegeven moment was iedereen met elkaar in gesprek, behalve hij. Hij vond blijkbaar dat hij te weinig aandacht kreeg. Hij stond op, deed zijn gulp open, haalde zijn jongeheer uit zijn broek en begon ermee te zwaaien. Ik wist niet waar ik moest kijken. Ik weet nog dat ik dacht: wat een lelijk ondergoed heeft hij aan. Niemand keek op, iedereen praatte gewoon door. Naderhand, toen mammie en ik naar buiten liepen, hebben we gelachen. We kwamen niet meer bij.’

Bertie is altijd geïnteresseerd gebleven in kunst. ‘Dat Job Smeets van Studio Job plannen heeft om de Boostenzalen, nota bene ontworpen door mijn oom Pierre Weegels, in te richten als tentoonstellingsruimte en woning met kantoor, zou ze alleen maar hebben toegejuicht. Daarmee zet je Weert echt op de kaart.’

Sociaal hart
Door de jaren heen heeft Bertie verschillende onderscheidingen ontvangen. Zo werden haar in 1986 door de KVK (Kamer van Koophandel) legpenningen toegekend ter ere van het 80-jarige bestaan van de bouwmaterialenhandel en het 50-jarige jubileum van de betonfabriek. ‘Maar het mooiste is haar benoeming tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, vanwege haar staat van dienst en het sociale werk dat ze heeft gedaan. Van jongs af aan hielp ze minderbedeelden. In de voormalige volksbuurten van Weert, zoals de Hoge Kei en Morregat, gaf ze geld aan mensen die in armoede leefden.’

Haar sociale hart bleef tot op hoge leeftijd kloppen. ‘Ze bracht de oude van dagen regelmatig bezoekjes. Daarbij was ze ook nog beschermvrouw van harmonie Sint Joseph Weert-Zuid. Die rol heb ik overigens van haar overgenomen.’

Als Annemie terugdenkt aan haar moeder blijven de herinneringen bovenkomen. ‘Wat haar kenmerkte, was dat ze altijd positief bleef. Ook als ze een tegenvaller had, ging ze er tegenaan. En ze was een enorme doorzetter. Wat je vandaag kunt doen, moet je niet uitstellen tot morgen. Het is 19 jaar geleden dat ze is overleden, maar in gedachten spreek ik regelmatig tot haar. Ze werkte keihard op de zaak en onderhield daarnaast een gezin. Ondanks dat ze veel weg was, heb ik een fijne jeugd gehad en ik ben haar ontzettend dankbaar voor alles. Ze is mijn voorbeeld, en ook voor veel andere vrouwen is en blijft ze een voorbeeld.’

Tekst gaat verder onder de foto.

Annemie sluit af met een anekdote over Loekie van Maaren-van Balen, de eerste vrouwelijke burgemeester van Weert. ‘Normaal gezien ging de nieuwe burgemeester altijd eerst op bezoek bij Wilma. Dat bedrijf was veel groter dan het onze. Maar burgemeester Van Maaren-van Balen verbrak die traditie en wilde eerst naar Weegels Beton. Je kunt wel raden waarom. En weet je wat burgemeester Van Maaren-van Balen ook weleens tegen me heeft gezegd? Dat er geen betere reclame denkbaar is voor Weert dan de putdeksels van Weegels. Want die liggen overal.’

Galerie Mia Joosten

Dirk den Hartog (l) en beeldhouwer Peter Engelen.

Dirk den Hartog is de zoon van Annemie Weegels en drijft sinds 2006 Galerie Mia Joosten in Amsterdam. Oprichtster was de Weertse Mia Joosten (1922-2006), een van de pioniers in met name moderne kunst. Zij nam vanaf het begin deel aan de TEFAF in Maastricht en tal van andere bekende kunstbeurzen zoals, de PAN, Art Amsterdam en de Realistenbeurs. Galerie Mia Joosten organiseert heden ten dage exposities, met zowel gevestigde als (jonge) hedendaagse kunstenaars op bijzondere locaties door héél Nederland. Daarnaast exposeert de galerie op belangrijke kunstbeurzen in binnen- en buitenland. Werken in stock: Pat Andrea, Karel Appel, Armando, Eugène Brands, Hans Hartung, Ger Lataster, Cyril Lixenberg, Lucebert, Pascale Ticheler, Hans Truijen, Jaap Wagemaker, Andy Warhol. De kunstenaars: Daphne DuBarry, Peter Engelen, Pieter Lemmens, Sebastiaan Spit en Petar Tuskan.