Hans de Kinderen, directeur van de coöperatieve Rabobank Midden-Limburg. Fotografie: Dion Huiberts

Onze economie staat voor de grootste verbouwing sinds jaren: de omslag naar schone energie. Nu technologische innovaties zich opstapelen en de regels voor een duurzame bedrijfsvoering steeds strenger worden, is er voor ondernemers in Limburg geen weg meer terug. “Wie nu niet meedoet met de energietransitie is straks gezien”, zegt directeur Hans de Kinderen van de coöperatieve Rabobank. Werk aan de winkel dus.

Dat het anders moet met de wereld, behoeft eigenlijk geen betoog meer. Kijkend naar wat de aarde aankan, is de huidige manier van consumeren en produceren niet langer te verantwoorden aan onze kinderen en kleinkinderen. Onze CO2-voetafdruk is veel te groot. De metingen liegen niet: op 12 april jongstleden had Nederland al net zo veel energie en grondstoffen verbruikt als we het hele jaar zouden mogen gebruiken om de aarde leefbaar te houden. Deze datum gaat de boeken in als Dutch Overshoot Day .

Stilstaan kan niet meer
Steeds meer ondernemers voelen die urgentie en komen in beweging. Niets doen is geen optie meer. De energiekosten rijzen de pan uit, we zitten in een transitie naar een andere samenleving en ook vanuit Europa wordt de druk om te verduurzamen steeds verder opgevoerd. Vanaf 1 januari 2025 mag je met een dieselvrachtwagen niet meer de stad in en worden steeds meer zero-emissiezones ingevoerd. Elektriciteit, waterstof en e-fuels worden de schone brand-stoffen van morgen. Verder is er de CSRD-richtlijn die grote ondernemingen vanaf 2024 verplicht om te rapporteren over hun impact op de mens en op het klimaat. Dit betekent dat ook hun klanten en leveranciers in het mkb zullen moeten verduurzamen om een aantrekkelijke partner te blijven. “Sterker nog: wie niet meegaat in de energietransitie en materialentransities vindt straks geen financiering meer voor zijn bedrijf. Toekomstbestendig ondernemen wordt immers ook voor financiële dienstverleners de norm”, zegt Hans de Kinderen namens de Limburgse Rabobanken.

‘Wie niet meegaat in de energietransitie en materialentransities vindt straks geen financiering meer voor zijn bedrijf’

Laaghangend fruit
Omdat de energietransitie nog volop in ontwikkeling is, raadt De Kinderen ondernemers aan om in scenario’s te denken. “Pluk als eerste het laaghangend fruit”, zo luidt zijn advies. “Begin met aanpassingen die eenvoudig zijn uit te voeren en die passen bij je onderneming. Kijk in je eigen bedrijfspand en bedrijfsprocessen wat je kunt doen om de CO2-uitstoot te verminderen. Diezelfde kansen liggen er bij het verduurzamen van je wagenpark. We zien de businesscase van elektrificatie steeds sterker worden en opschuiven naar zwaardere toepassingen. Er is ook toekomst voor waterstof, met name zwaar transport en scheepvaart.

“Als jouw chauffeur uit Weert straks niet meer met een dieselvrachtwagen Eindhoven binnenkomt, is het verstandig om daar nú al op te anticiperen. Energie wordt steeds meer chefsache. Breng dit goed in beeld en maak het onderdeel van een integrale aanpak.”

Bedrijventerreinen als vliegwiel
De energietransitie is niet meer te stoppen, de technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. De Kinderen: “De ruim tweehonderd bedrijven op industriecomplex Chemelot in Geleen gaan de komende 25 jaar volledig over op elektrificatie en waterstof. Om maar aan te geven hoe groot ook in Limburg de verbouwing is waar we voor staan. Dat schept reusachtige uitdagingen die we samen moeten omarmen.”

Bedrijventerreinen zijn bij uitstek de plek om deze transformatie te laten plaatsvinden, maar brengen ook een aantal uitdagingen met zich mee. Vanuit het oogpunt van energie-infrastructuur is het efficiënt om lokaal opgewekte energie ook lokaal te gebruiken. Lokaal vraag en aanbod afstemmen leidt ook tot een lagere energierekening. Energiehandelsplatforms en energy hubs kunnen hierbij helpen. Zoals nu bijvoorbeeld al op Pannenweg II in Nederweert gebeurt. De Kinderen: “Het verduurzamen van bedrijventerreinen vormt ook een belang-rijke oplossing voor de congestieproblematiek. Wanneer alle 3500 industrieterreinen in ons land energieneutraal zijn, hebben we voor onze aarde net zoveel bereikt als wanneer we alle woonwijken in Nederland van het aardgas afhalen. Die laatste opgave is vele malen complexer.”

Werk aan de winkel
Hoe de duurzame toekomst er precies uit komt te zien is nog ongewis, maar één zaak staat vast: er is werk aan de winkel. Waar begin ik als ondernemer? De Rabobank helpt ondernemers met kennis, waardevolle netwerken en financiële oplossingen bij het verduurzamen van hun bedrijfspand of hun wagen- en machinepark. Samen met het projectbureau REScoop Limburg biedt de coöperatieve bank nu bijvoorbeeld de mogelijkheid om een professionele energiescan te laten maken van je bedrijf. Inclusief gerichte adviezen voor energiebesparing. Ook zijn er klantprogramma’s om een duurzaamheidskoers uit te zetten en zijn er financiële oplossingen voor e-mobility.

Hoe belangrijk samenwerken ook is, de energietransitie begint bij jezelf. De hoge energieprijzen, de Europese regelgeving en de toenemende maatschappelijke druk helpen mee, maar zijn niet de intrinsieke drijfveren voor verandering. Of zoals Hans de Kinderen het verwoordt: “Uiteindelijk draait het om de vraag: welke wereld wil je als ondernemer achterlaten voor je kinderen en kleinkinderen? Wat zijn jouw ego-motieven voor ecogedrag?”

www.rabobank.nl