Antoin Scholten heeft niet alleen als burgemeester de verantwoordelijkheid over de situatie binnen de gemeente Venlo; als voorzitter van de Veiligheidsregio Limburg Noord dient hij tevens zorg te dragen voor zaken op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing in de complete regio. “Het klinkt misschien cru, maar wij leren het meeste als er daadwerkelijk iets gebeurt”, aldus de Venlose burgervader. “Elk incident of elke ingrijpende gebeurtenis maakt ondernemers meer alert. Iedere ramp zorgt bij ondernemers en burgers voor meer acceptatie van werkzaamheden of aanpassingen die wij uitvoeren. De samenwerking met Ondernemend Venlo kan ik niet anders dan uitstekend noemen.”
‘Elk incident leidt tot meer begrip bij ondernemers voor onze werkzaamheden’
Grotere risico’s en incidenten
In deze snel veranderende wereld krijgen ondernemers en overheden steeds vaker te maken met grotere risico’s en incidenten. Dat heeft deels te maken met het klimaat; echter ook met nieuwe wetten en regels die nodig zijn om innovatieve productieprocessen bij bedrijven veilig te laten verlopen. Zo moeten de bedrijven op de twintig Venlose bedrijventerreinen elke drie jaar hun KVO-certificaat (Keurmerk Veilig Ondernemen) behalen. Dit is het bewijs van de duurzame samenwerking tussen alle betrokken partijen: ondernemers, gemeente en hulpdiensten. Hierin staan afspraken vermeld om overlast en criminaliteit te bestrijden. Ook brandveiligheid is hierbij van belang. Neem de brand op de Voltastraat in mei van het afgelopen jaar als voorbeeld. Hierbij gingen vijf bedrijven volledig in vlammen op.
Oranje Kolom
Wat gebeurt als een brand uitbreekt? Vanaf het moment van opschalen worden hulpdiensten (politie, brandweer en geneeskunde) ingeschakeld. Net zoals het team Bevolkingszorg, ook wel bekend onder de naam Oranje Kolom. Hierin zijn ambtenaren crisisbeheersing, communicatieadviseurs en de gemeentesecretaris vertegenwoordigd om de samenwerking bij rampen-
bestrijding en crisisbeheersing optimaal te onder-steunen. Het team van de gemeente hanteert een vooraf geprotocolleerd draaiboek. Zo moesten bij de brand op de Voltastraat pand- of bedrijfseigenaren van vijftien adressen gewaarschuwd worden. Uit de evaluatie bleek dat de samenwerking tussen de verschillende hulpdiensten, gemeenten en bedrijven tijdens die 6e mei naar wens was verlopen.
Aanpak
Scholten verklaart de aanpak: “Een vooraf aangewezen persoon heeft pieperdienst en bezoekt de locatie waar het incident plaatsvindt. In het geval van hoog water of een grote brand komt vervolgens een team samen op het stadskantoor. Van daaruit ontstaat contact met parkmanager Lidy Rutten en ondernemers. Want dit team heeft de verantwoordelijkheid voor crisiscommunicatie, milieutechnische aspecten en de zorg voor eventuele evacuaties en opvang. Maar ook het creëren van een veilige situatie op en rondom de locatie valt onder hun verantwoording. Denk aan bereikbaarheid van de betreffende bedrijven, het uitzetten van routes et cetera. Vaak gebeurt dat via appgroepen of mails.”
Volgens Scholten was er geen sprake van grote leer-momenten. “Die samenwerking toonde aan dat alles goed geregeld was. Een voorbeeld: de brandweer had voor aankomst op de Voltastraat dankzij het videosysteem in de wagen een goed beeld van de gebouwen en de diverse compartimenten. Het ging hier om oude bedrijfspanden die onder een andere wetgeving en richtlijnen gebouwd waren. Tegenwoordig hebben we met heel andere vergunningseisen te maken.”
Hoog water
Een ander voorbeeld is de situatie rondom het hoog water in juli 2021. Scholten was als voorzitter van de Veiligheidsregio Noord verantwoordelijk voor Noord- en Midden-Limburg. Hij besloot al snel te schakelen naar niveau GRIP-4 (Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure). Dit is de werkwijze waarmee hulpdiensten bepalen hoe hun werk bij incidenten gecoördineerd moet worden. Het hoogste niveau is 5. Zowel Venlo als de regio kregen met diverse alarmerende situaties te maken. “We zijn in die dagen door het oog van de naald gekropen”, zo geeft Scholten nu toe. “Een medewerker van de veiligheidsregio belde op en zei: ‘De waterstanden in de Roer zijn dusdanig hoog dat die niet eens in ons draaiboek voorkomen.’ Voor een dergelijke situatie bestond dus geen rampenplan. Daarom mijn besluit om op te schalen naar GRIP-4.”
‘Het klinkt misschien cru, maar wij leren het meeste als er daadwerkelijk iets gebeurt’
Voorbeelden
Een goed voorbeeld waarover Scholten zich ernstige maakte, was de situatie van VieCuri Medisch Centrum. “In eerste instantie wilde ik niet tot evacuatie overgaan. Al snel bleek één dijk niet heel sterk te zijn. Deze was cruciaal voor de binnenstad én het ziekenhuis. Met die kennis is besloten om toch te ontruimen. Dat wil je niet doen als het water al bij VieCuri binnenstroomt. Ondanks het feit dat dit niet gebeurt is, heb ik geen spijt van deze beslissing.”
Meerdere keren per jaar komen verschillende groepen, zoals medewerkers van de gemeente en leden van Ondernemend Venlo, bij elkaar voor overleg en om nieuwe ontwikkelingen te bespreken. “Het voordeel van deze meetings is dat alle partijen elkaar beter leren kennen en ook makkelijker contact met elkaar zoeken.”
Carmeetings
De goede samenwerking tussen gemeente en bedrijven ziet Scholten ook terug bij het nemen van maatregelen tegen illegale carmeetings op en rondom de bedrijventerreinen. “Dit zorgt niet alleen voor onveilige verkeerssituaties, maar ook voor diverse andere vormen van overlast (zoals geluid en afval). Bovendien komt door de massale opkomst de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen in gevaar. Het zijn uiteindelijk de ondernemers zelf die maatregelen hebben genomen, zoals het plaatsen van hekken en camera’s. Daaruit blijkt dat een samenwerkingsverband als Ondernemend Venlo van groot belang is.”
Of het nu gaat om hoog water, brand of situaties zoals deze carmeetings: bij elk bedrijventerrein gaat het om maatwerk. Scholten, “Overal is de situatie door infrastructuur, aanwezige bedrijven en gebouwen anders. Het belangrijkste is echter dat bedrijven weten dat ze gehoord worden en mee mogen beslissen. Dat zorgt voor de beste samenwerking en resultaten.”
Tekst: Rob Buchholz • Fotografie: Bram Becks