Voorzitter Jacco Vonhof van MKB-Nederland is niet te spreken over de uitgelekte kabinetsplannen om de beloofde verlaging van de winstbelasting met een jaar uit te stellen en de zelfstandigenaftrek te beperken. ‘Symboolpolitiek’, zegt hij vandaag in een interview met het Algemeen Dagblad.
Vonhof vindt het ‘heel goed’ dat het kabinet de koopkracht van burgers wil verbeteren, maar noemt het onterecht dat zijn achterban daarvoor een deel van de rekening krijgt gepresenteerd. ‘Er wordt gedaan alsof kleine ondernemers worden ontzien, doordat alleen het vpb-tarief voor winsten boven de 200.000 euro wordt aangepakt. Maar er zijn ruim 50.000 mkb-bedrijven die in dat tarief vallen’, aldus Vonhof in het AD. ‘Dat zijn veelal doodgewone familiebedrijven, die de plaatselijke voetbalvereniging steunen of arbeidsgehandicapten in dienst nemen. Maar in Den Haag doen ze alsof het gaat om multinationals als Shell en Unilever.’
Schijnzelfstandigheid
Met de beperking van de zelfstandigenaftrek wil het kabinet volgens Vonhof schijnzelfstandigheid bestrijden, maar wordt de winkelier met een eenmanszaak of VOF erdoor geraakt. ‘Ondernemers mét personeel die hard werken voor bepaald geen topinkomen. Die hebben een betrouwbare overheid nodig.’
Teruglopende winstgevendheid
Hij benadrukt dat de lasten voor het bedrijfsleven ook in deze kabinetsperiode stijgen, en dat bedrijven de toegezegde verlaging van de winstbelasting zelf betalen via een grondslagverbreding. De loonstijgingen liggen inmiddels rond de 3 procent, nog los van incidentele beloningen, en tegelijkertijd loopt de winstgevendheid voor bedrijven terug. Daarnaast is de voorspelde afvlakkende economische groei voor volgend jaar met onzekerheden omgeven. ‘Wat je straks krijgt is dat winsten verder afnemen, terwijl loonstijgingen in cao’s nog gewoon doorlopen. Dan krijgen ondernemers het natuurlijk lastig.’
Lastenverlichting voor burgers
Volgens Vonhof klotsen de winsten in het mkb niet tegen de plinten, maar wel bij minister Hoekstra van Financiën. Met een overschot op de begroting en een relatief lage staatsschuld kan het kabinet de lastenverlichting voor burgers daarom prima zelf betalen, zegt hij.
