De overzichtstentoonstelling van de Venlose kunstschilder Evert Thielen is een doorslaand succes. Niet alleen het Limburgs Museum, maar ook de ondernemers in de regio genieten van de massale toestroom van bezoekers. Volgens Bert Mennings laat de expositie zien hoe groot de impact van cultuur kan zijn. De nieuwe museumdirecteur wil daarop voortbouwen en zoekt de verbinding met het bedrijfsleven en andere instellingen.
Door Wesley Hegge
Dinsdagochtend, kwart voor tien. Op het plein voor de ingang van het Limburgs Museum vormt zich een lange rij. In de lentezon wachten tientallen mensen om de gigantische schilderijen van Evert Thielen te mogen aanschouwen. Aan hun tongval valt op te maken dat ze uit verschillende windrichtingen komen: van België tot ver boven de rivieren.
Overweldigende belangstelling
Ter ere van zijn 50-jarig kunstenaarsjubileum keert Thielen terug naar zijn geboortestad Venlo. Nooit eerder was er zoveel werk van deze bekende en gewaardeerde kunstenaar op één plek te zien. “Vanwege de overweldigende belangstelling hebben we de openingstijden verruimd”, zegt Bert Mennings. “Er is sprake van een verzesvoudiging van het gemiddelde aantal bezoekers. Hoe ik dat succes verklaar? Er zijn enorm veel liefhebbers van modern realisme. En Thielen is binnen dat genre een grootmeester.”
Om de massale toestroom beheersbaar te houden, zijn er tijdelijk maatregelen getroff en zoals tijdsloten. Bovendien gaan de deuren ook op maandag en vrijdagavond open. Tot slot is de tentoonstelling verlengd tot en met 10 juni. “Dit is zonder twijfel de meest succesvolle expositie die we ooit hebben gehad. Dit geeft aan wat de impact van cultuur kan zijn. Los van de kunstbeleving is de economische meerwaarde groot.”
Zo zien hotels en B&B’s in de wijde omtrek dat het aantal boekingen toeneemt. Ook in de binnenstad van Venlo merken de ondernemers dat er meer bezoekers aanwezig zijn. De gemeente houdt momenteel een onderzoek naar de economische waarde van de expositie.
Cultureel ondernemerschap
De in Gelderland opgegroeide Mennings is op 1 april aangesteld als algemeen directeur. Hij volgt mede-grondlegger Jos Schatorjé op en wordt daarmee de tweede directeur ooit in het 26-jarige bestaan van het Limburgs Museum. Voor Mennings is het zonneklaar wat het uitgangspunt van de artistieke koers van het Limburgs Museum moet zijn: de verhalen van Limburg. “Ik ben nu bezig een meerjarige programmering vast te stellen, dus concrete invulling kan ik nog niet noemen. De vaste collectie vormt de basis en er blijft ruimte voor wisseltentoonstellingen. Ik wil meer mensen op moderne wijze maatschappelijk-culturele verhalen van Limburg door de jaren heen laten ervaren. Samenwerken met het maatschappelijk middenveld is daarbij essentieel.”
Samenwerken
Mennings is een verbinder pur sang. Hij heeft laten zien dat intensief samenwerken loont, bijvoorbeeld bij het project Westfriese Omringdijk. “Met diverse stakeholders heb ik op het snijvlak van cultuur en regionaal erfgoed een meerjarig programma gerealiseerd. De Westfriese Omringdijk ligt nabij Amsterdam en is een 126 kilometer lange dijk waarlangs polders, molens, culturele verrassingen en heerlijke streekproducten liggen. Wij hebben de regio gepromoot in een samenwerkingsverband, bestaande uit Westfriese gemeenten, Cultuurcompagnie Noord-Holland, regionale VVV’s en bedrijven. De Rabobank heeft vervolgens onderzoek gedaan naar de economie, werkgelegenheid en consumentenherkomst. Zo maak je de meerwaarde zichtbaar aan ondernemers, en kunnen bedrijven inspelen op kansen.”
In Limburg liggen ook kansen, meent Mennings. “Dat heeft de expositie 50 Jaar Thielen aangetoond. Ik wil nadrukkelijk de samenwerking zoeken met andere bedrijven en instellingen en voortbouwen op dit succes, zodat we Limburg op de kaart kunnen zetten. Samen impact hebben, dat is voor mij de betekenis van cultureel ondernemerschap. Ik nodig graag iedereen uit om hierover mee te denken.”
Dicht bij het museum ziet hij interessante verbindingen met het Museum van Bommel van Dam, waarmee het Limburgs Museum een backoffi ce deelt en waar momenteel de expositie ‘50 Jaar Thielen – schetsen en tekeningen’ plaatsvindt. Maar ook met de HAS Hogeschool en Campus Venlo van Maastricht University bieden mogelijkheden. “De universiteit is gespecialiseerd in food. Ik zie het museum ook als een plek waar over actuele onderwerpen gesproken wordt. Daarbij denk ik aan food en de agrarische sector. Hoe ziet de toekomst van food en de productie eruit?
Bekijk dat thema vanuit cultuurhistorisch oogpunt en leg verbindingen naar het heden. Ook dát zijn de verhalen van Limburg. We hebben een prachtige plek om over zulke onderwerpen te spreken. Een plek van verbinding.”