Gedeputeerde Van Merrienboer maakt ronde langs gebiedsontwikkelingen

CRANENDONCK – Gedeputeerde Erik van Merrienboer bracht op 22 november een bezoek aan de gemeente Cranendonck. Hij liet zich tijdens een rondgang langs diverse locaties uitgebreid door burgemeester De Wijkerslooth en de wethouders van Cranendonck informeren over de wijze waarop de gemeente leegstand aanpakt.

Wethouder Frans Kuppens hield de gedeputeerde enkele locaties in en om het centrum van Budel voor. “Leegstaande panden worden betrokken bij nieuwe ontwikkelingen zoals de nieuwe Jumbo Supermarkt en de herontwikkeling van de voormalige Rabobank tot een appartementencomplex. Samen met de herinrichting van de openbare ruimte krijgt het centrum van Budel hierdoor weer een nieuw gezicht”, aldus Kuppens.

Wethouder Jan van Tulden sprak over de gebiedsontwikkeling van de Nassau Dietzkazerne: “Naast de vestiging van het COA is het gebied nog veel omvangrijker. Er zijn unieke mogelijkheden waarin ook provinciale aandachtspunten meegenomen kunnen worden”.

Wethouder Frits van der Wiel nam de gedeputeerde mee langs leegstandsopgaven in het buitengebied. “We hebben de gedeputeerde op de hoogte gesteld van de integrale aanpak zoals we die in Cranendonck voorstaan”, aldus Van der Wiel. “We denken in kansen en geven ruimte aan ideeën vanuit de gemeenschap om leegstaande kantoren, bedrijven of agrarische gebouwen een nieuwe functie te geven. Elke situatie is uniek en wordt op die manier beschouwd.”

Leegstand
De totale omvang aan leegstaand vastgoed bedroeg in 2016 in Brabant 12,6 miljoen vierkante meter, dat zijn circa 2.500 voetbalvelden. Het leegstandsprobleem doet zich voor in alle sectoren, van kantoren en winkels tot maatschappelijk vastgoed en agrarische bedrijfsgebouwen. Om te voorkomen dat leegstand leidt tot verloedering, criminaliteit of maatschappelijke onveiligheid moedigt de provincie gemeenten aan een eigen leegstandsaanpak te ontwikkelen.

Oplossingen vanuit de gemeenschap
Cranendonck heeft daar inmiddels belangrijke stappen in gezet. “Wij hebben goede ideeën om te komen tot oplossingen”, vertelde wethouder Van der Wiel tijdens het werkbezoek van de gedeputeerde. “Kijk naar projecten als Metalot en ‘Buitenkans!’. Onze kracht is dat onze oplossingen vooral vanuit de gemeenschap komen. We activeren en enthousiasmeren inwoners om met elkaar de knelpunten in de leefomgeving te benoemen en na te denken over oplossingen, bijvoorbeeld in het buitengebied.” Bij de aanpak van leegstand is de ondersteuning van de provincie, zowel in kennis als slagkracht, zeker gewenst”.

Daarbij merkte de provincie op dat de hoofdverantwoordelijkheid voor de aanpak in de eerste plaats bij de ondernemer/eigenaar zelf ligt. Wanneer de leefbaarheid, veiligheid of het vestigingsklimaat in het geding is komt vaak de gemeente in beeld. Na afloop van het werkbezoek zegde Van Merrienboer toe als provincie graag een actieve bijdrage te willen leveren in het delen van kennis bij de gemeentelijke zoektocht naar acceptabele oplossingen en ontwikkelplannen.

Maatwerk-aanpak
Gedeputeerde Van Merrienboer onderstreepte tijdens de rondrit dat lokale vraagstukken kunnen worden opgelost via de zogenoemde maatwerk-aanpak. “Elke situatie is uniek en verdient een eigen afweging. Wanneer de gemeente plannen ontwerpt op basis van een integrale visie op het totaal, dan is er best veel mogelijk en wil ik graag gesprekspartner zijn. Ik bemerk dat er bij de gemeente veel enthousiasme is om op een integrale, open manier de ruimtelijke knelpunten te benaderen. Ook dat is nodig om tot successen te komen.”

Belangen
“We hebben laten zien hoe we de vraagstukken in Cranendonck aanpakken en waar we in geloven”, vatte Van der Wiel na afloop samen. “We begrijpen tegelijkertijd dat niet alles kan, dat er ook andere belangen zijn waar de provincie naar moet kijken. Toch reken ik erop dat de provincie ons de ruimte biedt de Cranendonckse problematiek op onze specifieke manier aan te pakken. We willen graag intensief met de provincie samenwerken, zodat we met onze aanpak niet alleen de Cranendonckse, maar ook de provinciale en regionale belangen dienen.”