Fokpaardenmarkt en tentoonstelling van landbouwmachines - GAW Beeldbank A3107

WEERT – Na ruim 60 jaar moet het bestuur van de Stichting Fokpaardendag Weert, bestaande uit drie gedreven en enthousiaste mensen, concluderen dat het organiseren van de jaarlijkse Fokpaardendag Weert niet meer haalbaar is. Hierdoor komt een eeuwenoude traditie ten einde.

Graaf Philippe de Montmorency, graaf van Horn en heer van Weert verleende de stad Weert het recht tot het houden van drie paardenmarkten. Hij verleende dit privilege op 27 september 1563. Van die drie paardenmarkten is er maar één blijven bestaan, de huidige Weerter Fokpaardendag. Vanaf 1821 kende de gemeente prijzen toe. Dit zorgde onder meer voor een grote aanvoer en een prima kwaliteit van de paarden.

Omdat de jaarlijkse paardenmarkt geen succes meer was, werd er op woensdag 11 december 1957 besloten om een fokpaardenmarkt te starten. Het doel van de fokpaardenmarkt was de paardenfokkerij op een hoger peil te brengen en de landbouwers in het algemeen meer liefde en interesse bij te brengen voor het edele paard door een aantal daarvan samen te brengen en deze dan door een jury te laten beoordelen. Er werd ook een datum vastgesteld voor deze fokpaardenmarkt, namelijk 13 maart als die dag op zaterdag valt, of anders de eerste zaterdag daarna. Op 15 maart 1958 werd voor het eerst de Weerter Fokpaardenmarkt gehouden. Het was een grandioos succes. Ook het jaar daarna was drukbezocht. Er werd tevens een tentoonstelling van landbouwmachines gehouden. De ‘Paersmêrrentj’ benadrukt het oorspronkelijk agrarische karakter en de geschiedenis van de stad Weert.

De Stichting is de afgelopen 10 jaar geconfronteerd met een terugloop in sponsoring, vrijwilligers en bestuursleden. Het bestuur heeft vele inspanningen geleverd om de traditie van de Fokpaardendag in ere te houden. Onder andere het onderzoeken van de mogelijkheid om het evenement te verplaatsen naar een andere plek in de binnenstad, om zo een betere aansluiting te krijgen met de jaarmarkt en de winkeliers. Het bestuur heeft samenwerking gezocht met de verschillende stamboeken, paardenverenigingen, ondernemers, cultuur historische organisaties en de gemeente. Vanwege een terugloop van financiële middelen is het voor de organisatie niet meer mogelijk om een inhoudelijk aantrekkelijk programma te presenteren