Bart Maes
Bart Maes, uitgever van het Zakenblad.

Op 14 en 15 mei discussieerden regeringsleiders en ministers van 130 Aziatische, Afrikaanse, Oost-Europese en Latijns- Amerikaanse landen in Peking over het ‘project van de eeuw’ dat de wereld gaat veranderen. Deze nieuwe Zijderoute van weg-, spoor- en zeeverbindingen verbindt 65 landen met China. Samen zijn die landen goed voor een derde van het mondiale bbp en 60 procent van de wereldbevolking. Die Zijderoute is goed voor de afzet van de overproductie van de Chinese zware industrie en andere exportproducten.

Chinese ontwikkelings- en staatsbanken hebben al meer dan 1.000 miljard dollar gereserveerd voor de modernisering van de infrastructuur in de noordelijke en zuidelijke buurlanden, in Afrika en het Midden-Oosten. Daarvan is in 2015 en 2016 al 90,4 miljard dollar uitgegeven aan de aanleg van spoorwegen, havens, kerncentrales, vliegvelden en olie- en gasleidingen.

Er rijdt al een goederentrein van China naar West-Europa. Afgelopen september werd de 12.000 kilometer lange verbinding in gebruik genomen die loopt van het Chinese Chengdu via Kazachstan, Rusland, Polen en Duitsland naar Tilburg. In Tilburg komen containers met auto- en vliegtuigonderdelen, computers, huishoudelijke producten en kleding aan. Naar China gaan luxeproducten zoals kapitale auto’s, wijn, vlees en babymelkpoeder. Binnen 15 dagen kunnen goederen vanuit Chengdu China via een spoorverbinding het Europese continent in worden vervoerd. Langs de nieuwe Zijderoute zal de economie groeien en zal de welvaart en het aantal banen toenemen.

De internationale scepsis over ‘de Zijderoute’ is snel aan het wegebben. Het besef dat het niet om Chinese dromen gaat is ook doorgedrongen tot de EU en de wereld van pensioenfondsen, verzekeringsbedrijven en investeringsfondsen. Nederlandse exportbedrijven zijn zeer geïnteresseerd geraakt. Zo hebben Wil Versteijnen (GVT Tilburg) en Paul Maas (WETRON transport en logistics) in Budel-Dorplein onlangs de Mulitmodale haventerminal ‘De Kempen’ gerealiseerd. Het doel is om de nieuwe containerterminal binnen drie tot vijf jaar te laten groeien naar een jaarlijkse overslag van circa 10.000 containers als draaischijf tussen Brabant Intermodal en Limburg Blueports. Precies gelegen op de grens van Limburg en Brabant wordt invulling gegeven aan de laatste witte vlek op de logistieke kaart van deze regio.