Toen in 1896 de LLTB werd opgericht, galmde de grote landbouwcrisis nog na. Heel West-Europa had daar gedurende ruim vijftien jaar van te lijden gehad. Faillissementen en onteigeningen waren aan de orde van de dag. Voor de LLTB, toen nog onder de naam Limburgsche Christelijke Boerenbond, was elkaar onvoorwaardelijk steunen letterlijk een kwestie van overleven. En dat is in onze roerige tijden niet veel anders.

De uitvinding van zaai- en dorsmachines, de aanleg van spoorwegen en de komst van stoomschepen zorgden ervoor dat de Verenigde Staten en Canada opeens grote hoeveelheden goedkoop graan en andere voedselproducten naar Europa konden verschepen. De prijzen kelderden dramatisch.

De crisis was niet alleen in economisch opzicht een catastrofe, maar ontwrichtte de plattelandsbevolking ook in sociaal opzicht. Sommige boeren kregen het voor elkaar om te moderniseren en efficiënter te werken. Anderen vervielen in armoede en emigreerden of verhuisden naar de steden. We kunnen ons daar in deze welvarende tijden nauwelijks een voorstelling van maken. Hoewel… ook nu hangen donkere wolken boven onze land- en tuinbouw.

Pieken en dalen
De agrarische sector heeft roerige, maar ook welvarende tijden gekend. Pieken en dalen. In zevenmijlsstappen: de introductie van kunstmest begin vorige eeuw die een sterke bevolkingsgroei mogelijk maakte, de crisis van de jaren dertig, de opbloei na de Tweede Wereldoorlog (“Nooit meer honger”), de ruilverkaveling, schaalvergroting, mechanisatie, en automatisering vanaf de jaren vijftig. Innovatie werd, en is nog steeds, het credo in alle industriële sectoren, maar in het bijzonder in de land- en tuinbouw.

Kan het niet wat minder? Nederland hoeft de wereld toch niet te voeden? LLTB-voorzitter Léon Faasen is daar resoluut over: “Nee, dat is niet aan de orde. Niet in kilo’s, maar wel in kennis. Als rijke, agrarische natie van mondiaal formaat zijn we dat verplicht. En een krachtige, vernieuwende primaire sector in eigen land is daarvoor een voorwaarde.”

‘Smart-farming’ (zelfdenkende productie- en oogstrobots, precisielandbouw) en efficiency zijn niet het enige antwoord op de uitdagingen waarvoor we staan. Optimalisering van de voedselproductie is sterk afhankelijk van klimaat, grondsoort, waterhuishouding, de aanwezigheid van een agrarische infra-structuur en de regionale sociaal-culturele identiteit. In onze regio vallen alternatieve vormen van landbouw in de smaak die minder oogst opleveren, maar waarvoor een beperkte groep consumenten bereid is meer te betalen. Bas Boots, directeur LLTB: “Juist die diversiteit en gevarieerdheid moeten we in stand houden. Ze vormen de beste garantie op kruisbestuiving van kennis en ervaring.”

Vergrootglas
De hedendaagse voedselproductie ligt onder het vergrootglas van de samenleving. We hebben er allemaal een mening over en dat is ook waar boeren en tuinders naar moeten luisteren. “Maar het is ook een vak. Boeren en tuinders van vandaag zijn hoog opgeleid”, zegt Boots. “Voor de jonge generatie is de Hogere Agrarische School haast standaard. Nergens zijn er zoveel cursussen, langjarige veldproeven en leerdagen als juist in de agrarische sector, die al meer dan tien jaar nettoleverancier van stroom is.” Het is ook een risicovol vak. Wat gaat de markt doen, hoe gaat het weer zich gedragen? Wateroverlast, hagel, windstoten of juist extreme droogte? En zeker in de veehouderij is het lastig de productie snel aan te passen aan de veranderende vraag. Faassen: “In dat complexe krachtenveld staat de LLTB voor een ondernemende en levensvatbare Limburgse land- en tuinbouw. In deze zware ‘stikstofdagen’ is de organisatie noodgedwongen meer bezig met directe belangenbehartiging, maar het oog blijft altijd ook gericht op de samenleving. We vragen ons haast dagelijks af hoe wij van waarde kunnen zijn. Die tweeledige focus kenmerkt immers de moderne boer. Het kenmerkt in elk geval onze leden. Precies dat maakt de LLTB een springlevende organisatie. Al 125 jaar.”

www.lltb.nl

De Limburgse Land- en Tuinbouwbond (LLTB) vertegenwoordigt alle agrarische sectoren:akkerbouw, tuinbouw (zowel open als bedekte teelten), fruit-, boom- en vaste plantenteelt, en rund-, schapen-, geiten-, varkens-, pluimvee- en paardenhouderij. De LLTB is ook actief voor multifunctionele boeren, zorgboerderijen (via de Coöperatie Limburgse Zorgboeren) en natuurbeheer door boeren (via Natuurrijk Limburg). Het agrarisch adviesbureau Arvalis is een dochterbedrijf van de LLTB en is gevestigd in Roermond, Venlo, Nuth en Deurne.