Wat nu Kersten Europe is, een internationaal bedrijf met vestigingen in vier landen, begon ooit op een boot in de haven van Wanssum. Het constructiebedrijf van toen heeft zich gespecialiseerd in buigtechnieken en verleent diensten aan opdrachtgevers in uiteenlopende sectoren. Marc Puyn is een van de huidige eigenaren en runt het bedrijf samen met zijn broer Ron en mede-aandeelhouder Hans Besseling. Dat doet hij het liefst in de achtergrond. “Zolang je me niet ziet gaat het goed.”

Tekst: Jac Buchholz | Foto’s: Mijntje Wismans

Hij werkt traag, de lift in het monumentale pand in het centrum van Venray waar Marc Puyn (45) zijn kantoor heeft. Tergend langzaam kruipt de kooi naar boven. Puyn heeft er zich bij neergelegd. “Ik wel eens gevraagd ernaar te kijken, maar dat heeft niets opgeleverd. En ach, het zijn maar twee verdiepingen.” De lift eindigt in een smaakvol ingerichte grote ruimte waarin meteen de dakspanten opvallen. Hier doet Puyn zijn werk, niet op de hoofdvestiging in Wanssum, hoewel hij daar vaak te vinden is. “Ik werk liever in de achtergrond, Hans Besseling is het gezicht van het bedrijf.”

Management buy-out
Dat bedrijf, Kersten Europe, werd in 1961 door Frans Kersten opgericht als constructiebedrijf. Op een boot in de haven van Wanssum, met twee medewerkers. Het bedrijf groeide gestaag en al vlug kwam er een loods op de wal. Een van de medewerkers in die tijd was Thom Puyn, vader van Marc. Hij was bedrijfsleider. Toen Frans Kersten in 1971 aangaf te willen stoppen, heeft mijn vader het bedrijf door middel van een management buy-out overgenomen. Daarna besloot hij het constructiewerk af te stoten en zich te gaan concentreren op buigtechnieken.” Dat is tot op de dag van vandaag de specialiteit van Kersten Europe, het buigen van profielen, platen en aluminium. Het pakket is wel uitgebreid met aanverwante werkzaamheden als engineering, boren, frezen, snijden en lassen. Ook het vervoer kan worden geregeld. “We willen onze klanten een totaalpakket bieden, maar blijven dienstverlener, leveren kant-en-klare halffabricaten.” Marc Puyn vertelt vervolgens dat zijn vader zich in de loop van de jaren negentig internationaal ging oriënteren. “Hij zag mogelijkheden in Oost-Europa en startte in 1997 een vestiging in Polen. In datzelfde jaar nam hij een fabriek in Zuid-Duitsland over. In het Midden-Oosten zag hij eveneens kansen omdat daar veel met ronde vormen wordt gewerkt; de vermogende sjeiks willen welvaart brengen voor de generaties na het olietijdperk. In 2003 startte hij een verkoopkantoor in Dubai, Zo hebben we sinds 2013 in Dubai een bedrijf.”

Diversiteit
In het jaar dat zijn vader uitbreidde over de grens, 1997, begon Marc Puyn bij Kersten Europe, vers van de hts. “Dat ging als vanzelf. Thuis werd er veel over gesproken uiteraard, en in mijn jeugd heb ik er allerlei vakantiebaantjes gehad. Ik heb er nooit over nagedacht bij een ander bedrijf aan de slag te gaan.” Hij doorliep eerst alle afdelingen voordat hij in 2000, samen met zijn broer, de aandelen van zijn vader, die rustiger aan wilde gaan doen, overnam. Later voegde zich daar Hans Besseling als mede-aandeelhouder bij. Gedrieën runnen ze tegenwoordig Kersten. “Mijn vader heeft het groot gemaakt, wij moderniseren het en bouwen het verder uit. Momenteel oriënteren we ons in India en Amerika is eveneens een optie.” De kracht ligt volgens Puyn in het bedienen van een diversiteit aan markten. Of het nu voor een vliegveldoverkapping is, voor offshore windmolens, gevelbekleding, transportsystemen of noem maar op, vaak wordt er gebruik gemaakt van gebogen onderdelen. Ander voordeel is het internationale karakter van het bedrijf, zegt Puyn. “We bedienen klanten wereldwijd, al is het merendeel van onze opdrachtgevers gevestigd in Europa. De veelzijdigheid heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat we niet zo veel last hebben gehad van de economische crisis. Van de huidige handelsoorlogen merken we ook nog niet zo veel.”

Kodak-syndroom
Hoewel hij dus niet altijd op het hoofdkantoor in Wanssum is, houdt Puyn veel voeling met wat er gebeurd. Dat Kersten Europe een platte, no-nonsense organisatie heeft, draagt daar aan bij, zegt hij. “We weten precies wat er speelt.” Investeren in die organisatie en in vernieuwing is voor Puyn van essentieel belang. “Je mag nooit tevreden zijn; we willen geen Kodak-syndroom, willen niet overbodig worden en ons bestaansrecht verliezen omdat we niet met nieuwe ontwikkelingen zijn meegegaan. We kijken continu naar wat er om ons heen gebeurt, naar de veranderingen: de robottechnologie, de introductie van nieuwe materialen, procesinnovaties. We zorgen er ook voor in beeld te blijven, een goede gesprekspartner te zijn. Die meedenkt. En zoals gezegd de klant wil ontzorgen door aanvullende diensten aan te bieden.” En hoe zit het met het vinden van goed personeel? Technische medewerkers zijn schaars tegenwoordig. Is dat ook de ervaring van Puyn? “Dat klopt, daarom besteden we daar eveneens veel aandacht aan. We hebben gelukkig weinig verloop waaruit ik concludeer dat mensen graag bij ons werken. Maar we steken toch veel energie in werving. Hebben daar een speciale website voor, houden open dagen, voor jongeren maar tevens voor zij-instromers, en hebben contacten met het onderwijs en andere instanties.” Terugkomend op wat er momenteel zoal speelt merkt Puyn op dat er verschuiving is van het buigen van staal naar aluminium. “Je ziet dat de focus steeds meer naar aluminium gaat. Vooral omdat het licht is. Verder doen we steeds vaker seriewerk, dat is prettig.” Het buigen, herhaalt hij, blijft de core business, maar waar nodig en gewenst door de klant zullen aanvullende werkzaamheden worden toegevoegd. “Daarnaast blijven we zoeken naar nieuwe afzetmarkten. Waarbij getalenteerde medewerkers met frisse ideeën zeker de ruimte krijgen. Op die manier blijft het bedrijf in beweging.”