Het noodweer van vorige week moet beschouwd worden als nationale ramp. De regering moet dan ook haar ‘verantwoordelijkheid nemen’ en met een wettelijke vergoeding over de brug komen. Dat schrijven dertien Noord- en Midden-Limburgse gemeenten aan staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken.

Extreem noodweer zorgde in de regio Zuidoost-Brabant en Noord- en Midden-Limburg afgelopen donderdag voor een half miljard euro aan schade. Veel bedrijven draaien zelf voor de kosten op, want zij zijn niet of slechts gedeeltelijk verzekerd tegen schade door het weer.

Dramatische gevolgen
“Burgers, bedrijven, maar vooral agrariërs zijn zwaar getroffen. Binnen onze regio is sinds 30 mei een extreme hoeveelheid neerslag gevallen. Dat heeft dramatische gevolgen voor met name de land- en tuinbouw, die te maken had met forse wateroverlast. Als teelten enkele dagen onder water staan, moeten deze als verloren worden beschouwd”, schrijven de gemeenten Mook en Middelaar, Gennep, Bergen, Venray, Venlo, Horst a/d Maas, Beesel, Leudal, Peel en Maas, Weert, Nederweert, Maasgouw en Roermond in de brief.

‘Gezonde bedrijven bezwijken mogelijk’
Eerder vandaag liet een woordvoerder van staatssecretaris Van Dam weten dat boeren in Zuidoost-Brabant en Noord-Limburg die getroffen zijn door het recente noodweer geen extra geld van de overheid krijgen.

De dertien Limburgse gemeenten vinden het “meer dan redelijk” dat de Wet tegemoetkoming van schade bij rampen in werking treedt. “Vanwege de omvang van de schade vrezen wij dat anders vele gezonde bedrijven in onze regio’s in financiële problemen komen en mogelijk bezwijken, met alle gevolgen van dien”, aldus de brief.