Rob van Gansewinkel en Rob Meulendijks
Rob van Gansewinkel en Rob Meulendijks

Weg van afval!

Rob van Gansewinkel (48) is terug in de afvalsector. De in Maarheeze geboren bedrijfskundige, zoon van de bekende Leo van Gansewinkel, stapte eind 2014 in het familiebedrijf Van Kaathoven uit het Brabantse Sint Oedenrode. Een bedrijf met een mooie historie in de afvalmarkt. “Het idee om terug te keren in het afval is nog relatief jong”, vertelt Van Gansewinkel die in 2014 ook al Sica Recycling in Sittard en Meinke in Maastricht had overgenomen. Met de acquisitie van de Van Kaathoven Groep zet hij een belangrijke stap in de inzameling en compostering van afval. Het nieuwe afvalbedrijf moet op termijn uitgroeien tot een concern van 800 tot 1500 medewerkers en omzet van 100 tot 200 miljoen euro. 

Van Gansewinkel is begonnen met het aantrekken van een competent managementteam. Een van hen is commercieel manager Rob Meulendijks (53) uit Weert, een man met ruime commerciële ervaring in de afvalwereld. Ook hij had behoefte terug te keren in de afval-wereld. Beiden gaan back to their roots.

“We werken op drie sporen”, legt Van Gansewinkel uit: “Afvalinzameling, afvalverwerking en afvalmanagement en -beheer. We zien een trend dat partijen behoefte hebben aan een dienstverlener die hun helpt met hun afvalbeheer, in kaart brengt hoe hun afvalstromen eruit zien en hoe kosten geminimaliseerd en opbrengsten gemaximaliseerd kunnen worden. Door de overname van afvalbeheerspecialist Rondo in 2015 heeft Van Kaathoven die kennis en kunde nu zelf in huis. Rondo zoekt per klant en locatie naar de beste oplossing en monitort de afvalstromen. Wij zien daar veel toekomst in en het maakt het mogelijk om ook diensten buiten Limburg en Brabant aan te bieden.”

De tweede tak waarin Van Kaathoven wil opereren is de logistiek. “We willen elke dag, of in ieder geval elke week, bij onze klanten komen. Dan hoor je wat er speelt, en kun je daar snel en adequaat op reageren, ook al zijn de marges bijna nihil. Onze mensen zijn allemaal uniform gekleed en onze auto’s zien er perfect uit. Zij zijn ons visitekaartje in het straatbeeld en zorgen in een zo kort mogelijke tijd voor een zo groot mogelijke herkenning.”

[pullquote]“De juiste methodiek vinden waardoor je bij de klant een kostenpost kunt veranderen in een opbrengst, daar draait het om.”[/pullquote]

Een verdere loot aan de Van Kaathovenboom is Valor waar op duurzame wijze grondstoffen verwerkt, gerecycled en gevaloriseerd worden. Onder andere compost, maar ook papier, kunststoffen en bouw- en sloopmateriaal. “Dit zijn de activiteiten waarbij we daadwerkelijk waarde voor onze klanten creëren en producten verhandelen”, legt Van Gansewinkel uit.

Rob van Gansewinkel (48), geboren en getogen in de Stationsstraat in Maarheeze, startte in de jaren negentig de business unit van Van Gansewinkel in Tsjechië op. Hij verkaste na anderhalf jaar naar het baggerbedrijf DEME in Antwerpen om na twee jaar weer terug te keren naar de Van Gansewinkel Groep als operationeel manager. Later als liaison tussen de landenmanagers in Tsjechië, Polen en Frankrijk en de Raad van Bestuur. Hij zei het bedrijf vaarwel en is CEO van Husa Transportation Group. In 2014 besluit hij om terug te keren in het afval.

Rob Meulendijks (54), geboren en getogen in Geldorp. Woont in de Weerter wijk Molenakker. Hij werkte ruim 21 jaar bij de Van Gansewinkel Groep o.a. als marketing en sales director. Daarna was hij enkele jaren directeur bij het familiebedrijf CSU Cleaning Services, met 30 vestigingen en 12.000 mensen een van de Nederlandse top 3 spelers in schoonmaak. In 2015 keerde hij terug in het afval. Nu als CCO bij de Van Kaathoven Groep.

Integriteit
Een belangrijke kernwaarde van het bedrijf is integriteit. “Dat is zo enorm belangrijk in de afvalwereld en mag nooit ter discussie staan. Een klant gaat zijn afval nooit aan ons geven als hij niet weet of wij integer zijn. Van medewerkers die niet naar onze maatstaven van integriteit handelen nemen we zonder pardon meteen afscheid. Je loopt als bedrijf vroeg of laat tegen de lamp.”

Van Kaathoven besteedt dit jaar extreem veel aandacht aan de interne organisatie. De Administratieve Organisatie en Interne Controles is doorgelicht en herschreven. Er wordt een nieuw ICT-systeem in gebruik genomen, zodat alle bedrijven op hetzelfde platform werken. Er komen boordcomputers in de voertuigen zodat eenvoudig en snel met de mensen die buiten actief zijn kan worden gecommuniceerd en zichtbaar is waar de voertuigen zich bevinden. “We willen een solide fundament onder het bedrijf leggen. Dat is een zware klus, maar we moeten het wel doen”, vindt Van Gansewinkel. “Als je wilt bouwen aan een bedrijf, moet je je afvragen wat je wilt bouwen, hoeveel tijd je daarvoor wilt nemen en met wie je dat gaat doen. Wij hebben bewust gekozen voor een zware managementbezetting die misschien te zwaar is voor de dag van vandaag, maar die wel goed geoutilleerd is voor de dag van morgen. Groei is niet alleen ambitie, maar ook een must in een business waar je een zekere schaalgrootte en klantendichtheid nodig hebt. We moeten klanten werven en we richten ons op de overname van kleinere familiebedrijven met een beperkt aantal auto’s. We merken dat er weer partijen openstaan voor acquisitie. Daar zijn we natuurlijk wel kritisch op: het moet toegevoegde waarde hebben, passen bij onze cultuur én passen in de regio – vooralsnog Brabant en Limburg.”

In dialoog met de klant
De grote spelers zijn afgedreven van de klant, vaak als gevolg van efficiencyslagen, merkt Meulendijks op. “Veel bedrijven keken vooral naar de korte termijn cash-flow. Dan verlies het innovatieve vermogen en het vermogen om te investeren in langetermijndoelstellingen. Wij denken dat er ruimte is voor een speler die wel in dialoog treedt met de klant en voeling houdt met de markt waarin we acteren.”

De markt werd de laatste jaren vooral gedomineerd door lage prijzen; behoud van marktaandeel was heilig. Volgens Meulendijks is de bodem bereikt. “Soms gaat het klanten om de prijs, maar vaak ook om het uiteindelijke totale financiële plaatje. De crux is om de juiste methodiek te vinden waardoor je bij de klant kosten kunt transformeren naar opbrengsten. Er zijn talloze bedrijven die nu restafval produceren, maar waar je door dat restafval goed te scheiden materiaal kunt winnen dat een waarde vertegenwoordigt. Dan betáál je geen 100 euro per ton, maar verdien je dat bedrag. We kijken in toenemende mate mee in hun supply chain waar bijna altijd besparingen te vinden zijn.”

Dichtbij de klant
In de ogen van Van Gansewinkel is er ruimte voor een eigentijds afvalbedrijf dat dichtbij de klant staat en focust op afvalbeheer. De grote afvalbedrijven zijn onder invloed van de crisis met de invoering van callcenters en dienstverlening via internet naar zijn mening afgedwaald van de klant. Van Kaathoven gaat investeren in lokale aanwezigheid van medewerkers op de vestigingen en meer interactie met de klant. Voor de regio Keyport2020 is dat de uit Weert afkomstige Jessica Liebregts.

MVO
Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Het wordt door veel directies onderschreven, maar zit vaak niet in de hoofden van de inkopers, stelt Van Gansewinkel. “Die kijken meestal alleen naar prijs. Wij besteden veel tijd en aandacht aan het vertalen van ons duurzame, voor de klant gunstige concept. We krijgen daar ook vaak complimenten voor, maar vervolgens vindt de inkoper ons te duur. Dat is jammer, omdat je weet dat een klant daar vroeg of laat toch op terugkomt. Duurzaam wordt nog veel alleen met de mond beleden, maar we merken dat er een omslag komt.”

Passie
De slogan waarmee Van Kaathoven in het straatbeeld zichtbaar is, luidt ‘Weg van afval’. “Als familiebedrijf hebben we inderdaad passie voor afval. Dat willen we de klant ook laten voelen. Dát is waar het uiteindelijk om gaat.”

Innovatie in afval

Noviteiten in de afvalwereld zijn o.a. robotisering in de nasortering van bouw- en sloopafval. Ook in nieuwe methodes om PET-afval op te lossen, waardoor zuiver PET-poeder overblijft, ziet Van Gansewinkel toekomst. “Papier kun je zeven keer hergebruiken, glas en PET oneindig vaak.” Ook wordt er onderzoek gedaan naar terugbrengen van niet-makkelijk recyclebare kunststoffen naar olie. Volgens van Gansewinkel een moeilijk proces. “Uiteindelijk krijg je een laagwaardige olie. Voorlopig loont het niet om hier zwaar in te investeren.”

De lage kosten van het storten en verbranden van afval en de lage olieprijs staan innovaties in de weg, meent hij. “Als afval weinig kost om af te voeren, waarom zou je het dan gaan sorteren? Het zou voor de wereld beter zijn als dat veel duurder werd.” Hij ziet namelijk wel toekomst in urban mining. Het Duurzaam Industrieterrein Cranendonck – bijna in de tuin van zijn geboortehuis aan de Stationsstraat in Maarheeze – zou daarvoor een geschikte locatie kunnen zijn, liet onderzoek in opdracht van de gemeente Cranendonck zien. Maar er zijn nog praktische problemen. “In een mobieltje tref je wel tien tot twintig zeldzame edelmetalen in heel geringe hoeveelheden aan. In een mobiele telefoon zit bijvoorbeeld meer goud dan in een ton gouderts. Vind maar eens een technologie die dat er allemaal uithaalt. Het begint bij het design van het product. Daar wordt gelukkig steeds meer rekening mee gehouden.”

Initiatieven blijven alleen overeind als die eigenstandig financieel-economisch haalbaar blijken. Subsidies werken niet, meent Van Gansewinkel. “Als er geen business case achter zit, moet je er niet aan beginnen.” Ook de overheid werkt niet echt mee. “De branche snakt naar stabiele wet- en regelgeving én handhaving. Iedere nieuwe coalitie schrijft haar eigen prioriteiten. Als je nieuwe wet- en regelgeving ziet aankomen, is het zaak daarop snel en adequaat te anticiperen. Gaan de nieuwe plannen alsnog niet door, dan heb je een hoop kosten voor niets gemaakt.”

 

www.vankaathovengroep.nl