LEUDAL – In de gemeente Leudal zijn er veehouders die te maken krijgen met nieuwe wet-en regelgeving, die de rijksoverheid heeft getroffen om de uitstoot van ammoniak en de overlast door geur te verlagen. Veehouders moeten daarvoor de nodige maatregelen treffen. Dit doen ze in het kader van de stoppersregeling actieplan ammoniak en veehouderij of in het kader van de warme sanering varkenshouderij.
In het Actieplan Ammoniak Veehouderij is een landelijk gedoogbeleid opgenomen voor stoppende veehouderijen, die niet voldoen aan de ammoniaknormen uit het Besluit emissiearme huisvesting. De termijn van dit gedoogbeleid is op 1 januari 2020 afgelopen. Na 1 januari 2020 mag een stopper doorgaan met de veehouderijtak, maar moet dan wel voldoen aan het besluit emissiearme huisvesting. Dit betekent in de meeste gevallen dat een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd en/of een melding activiteitenbesluit moet worden ingediend.
Het kan ook zijn dat de bedrijven stoppen of gedeeltelijk stoppen. Dan mogen deze op 1 januari 2020 bedrijfsmatig geen dieren of diersoorten, die niet voldoen aan het besluit emissiearme huisvesting,meer houden. Ook dit moet worden gemeld bij de gemeente.
Ook bedrijven die zich destijds niet hebben aangemeld bij de gemeente als stopper, maar die door latere wijziging van de ammoniaknormen niet meer voldoen aan het besluit emissiearme huisvesting, moeten op 1 januari 2020 voldoen aan het besluit emissiearme huisvesting of ze moeten stoppen met het bedrijfsmatig houden van dieren. Dit heeft vooral betrekking op varkensbedrijven.
Rol van de gemeente stoppersregeling
De gemeente heeft in 2018 de stoppers een brief gestuurd met daarin de gevolgen van de belangrijke datum van 1 januari 2020. Daarnaast bezoekt de gemeente de stoppers en zorgt voor de procedurele intrekkingen van vergunningen van de bestemmingsplannen. Na 2020 houdt de gemeente ook toezicht op het voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting.
Warme sanering varkenshouderij
Sommige varkenshouderijen kunnen meedoen met de zogenaamde warme sanering varkenshouderij. Door de landelijke overheid is € 120 miljoen beschikbaar gesteld voor varkenshouders, die hun productie definitief stoppen op locaties die geuroverlast veroorzaken voor omwonenden. Deelname aan de regeling is vrijwillig. Deelnemers moeten bij het stoppen niet alleen hun stallen en mestopslagen slopen, maar ook hun varkensrechten en milieuvergunningen inleveren. Om ervoor te zorgen dat het geld goed wordt ingezet, wordt voor deelname aan de regeling een geurscore gebruikt, die is bepaald door de landelijke overheid. Deze geurscore geeft de mate van geuroverlast aan voor de woon- en leefomgeving, die zich in de nabijheid van de varkenshouderij bevindt.
Bedrijven die zich al hebben aangemeld als stopper kunnen niet deelnemen aan de regeling warme sanering varkenshouderij.
Rol van de gemeente warme sanering varkenshouderij
Voor wat betreft de regeling rondom de warme sanering helpt de gemeente varkenshouderijen bij het maken van de keuze om wel of niet mee te doen. Daarnaast zorgt de gemeente voor een snelle afhandeling van intrekkingsprocedures.
Samen met Provincie Limburg
Voor zowel de stoppers regeling als de warme sanering geldt dat de gemeente in samenwerking met de Provincie Limburg en ketenpartners verantwoordelijk is om stoppende ondernemers een duurzaam toekomstperspectief te bieden en om verwaarlozing van het platteland tegen te gaan. Herbestemming van de locatie vormt dan ook een belangrijk onderdeel van beide regelingen.
Vragen of meer informatie
Voor meer informatie over de regelingen kunt u contact opnemen met het algemene nummer van de gemeente: 0475-85 90 00 ter attentie van de heer Hen Van Roij