Susanne Görtz, eigenaar Fruitboerderij en lid LLTB-hoofdbestuur Bas Boots, algemeen directeur LLTB Fotografie: Jan-Paul Kuit

Veilige en gezonde voeding, future farming en bio-circulaire economie. Boeren en tuinders in Limburg hebben veel baat bij de ontwikkelingen van de Brightlands Campus Greenport Venlo. De Limburgse Land- en TuinbouwBond (LLTB) werkte al middels verschillende projecten samen met de campus. Door de opening van een eigen box wordt de LLTB nu ook onderdeel van de community.

Door Wesley Hegge

De Limburgse agrosector loopt wereldwijd voorop in kennis, efficiëntie, innovatie en duurzaamheid. Aan de andere kant komt er op het gebied van regeldruk veel op de boeren en tuinders af. “De criteria zijn hoog, dus je moet blijven innoveren”, zegt Susanne Görtz, lid van het LLTB-hoofdbestuur en eigenaar van de Fruitboerderij, een fruitteeltbedrijf met recreatie in Baarlo. “Door het openen van een eigen box zitten we nog dichter op de ontwikkelingen die belangrijk zijn voor onze sector.”

Verbindingen leggen
Op de ruiten van de box staat in grote letters ‘Boeren en tuinders houden Limburg gezond’. “Gezond in de breedste zin van het woord”, zegt algemeen directeur Bas Boots. “Om te beginnen met de gezonde producten, die zorgen voor onze gezondheid. Maar ook in economisch opzicht. We vormen acht procent van de provinciale economie en er zijn 50.000 mensen werkzaam in de sector. En wat te denken van het beheer van het buitengebied?”

Binnen de sector is enorm veel vakmanschap en innovatiekracht aanwezig. Boots: “Dat versterken we door verbindingen te leggen. Op de Brightlands Campus bruist het van de activiteiten van onderzoekers, onderwijsinstellingen, ondernemingen en andere organisaties. Hier ligt de focus op technische innovaties, gezonde voeding en circulaire economie. Sinds de oprichting zijn we in verschillende vormen betrokken bij de campus. Zo investeren we, als aandeelhouder, in het Brightlands Agrifood Venture Fund en heeft ons dochterbedrijf Arvalis zich als één van de eerste bedrijven hier gevestigd.”

De LLTB was dus al aanwezig, maar nog niet met een fysiek trefpunt. Boots: “Doordat we nu onderdeel zijn van de community wordt het nog gemakkelijker om mensen te ontmoeten en verbindingen te leggen. Het is een plek waar agrarische ondernemers met de LLTB in contact komen, evenals met de innovaties die op de campus plaatsvinden.”

Innovatiekracht klinkt misschien als een abstract begrip waar veel geld mee gemoeid moet gaan. Het tegendeel is echter waar. Het gaat vaak om concrete projecten waarin partijen samenwerken. Görtz geeft het voorbeeld van het Platform Tuinbouwreststromen (PTR), waarvan de LLTB medeinitiatiefnemer is. “Ondernemers hebben te maken met reststromen: plantresten, niet leverbare vruchten en andere materialen zoals touw en folie. Deze reststromen worden nu nog gezien als afval, waar je voor moet betalen om het af te voeren. Door afval te benaderen als grondstof voor nieuwe producten zoeken we naar een oplossing om de kosten van ondernemers te drukken en bij te dragen aan een circulaire economie.”

Görtz stelt dat je daarvoor een platform nodig hebt om partijen bij elkaar te brengen. “Er zijn verschillende telersverenigingen aangesloten. Door ons te verenigen, vergroten we de slagkracht. We zijn op zoek naar ideeën en marktpartijen die mogelijkheden zien om restproducten te gebruiken als grondstoffen. Geïnteresseerden kunnen zich melden bij het PTR. Het platform bekijkt dan samen met de ondernemer waar mogelijkheden liggen om een nieuwe, toegevoegde waarde toe te kennen aan de eigen reststromen.”

Achterban
Gedurende dit soort projecten wordt de achterban van de LLTB geïnformeerd. Boots: “Ook over alles wat hier op de campus in Venlo gebeurt, informeren we onze leden actief. We zijn er per slot van rekening voor hen. Misschien maken ze gebruik van bepaalde kennis, misschien kiezen ze een andere afslag. Ook dat is innovatie, het is een continu proces. Met de strategische plek op de campus is de agrarische sector voortaan een fysiek onderdeel van ontwikkelingen die plaatsvinden. Daardoor kunnen de leden nog meer profiteren van de innovaties.”