Met een gedeelde visie op infrastructuur in Zuid-Nederland willen VNO-NCW Brabant Zeeland en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV) samen met de betrokken provincies de bereikbaarheid van de regio versterken. De ondernemingsverenigingen bespraken deze gedeelde visie onlangs tijdens een overleg met gedeputeerden van de provincies Zeeland, Brabant én Limburg.
De komende jaren neemt het goederenvervoer in Zuid-Nederland toe. Om de bereikbaarheid van de regio te waarborgen, is een stevige impuls nodig. De werkgeversorganisaties stelden de visie op om de economische slagkracht van de totale regio te behouden en te versterken. Daarbij gaat het om oplossingen voor zowel de weg als het spoor.
Poort naar Europa
Zuid-Nederland is een van de belangrijkste regio’s voor goederenvervoer in Europa. Het is de poort naar het Europese achterland voor goederentransport uit de havens van Rotterdam, Vlissingen en Antwerpen. Zuid-Nederland levert daarmee een enorme economische toegevoegde waarde aan Nederland. Kijkend naar de verdeling van landelijke investeringen in infrastructuur, lijkt dat besef bij de landelijke politiek achter te blijven. “We zien we dat het merendeel van de MIRT uitgaven naar de Randstad gaan. Zuid-Nederland heeft de afgelopen jaren, jaarlijks rond de 10% van het totaal ontvangen. Dat is echt veel te weinig als je kijkt naar de economische toegevoegde waarde die onze regio levert aan Nederland” vinden beide voorzitters Giel Braun (LWV) en Eric van Schagen (VNO-NVW Brabant Zeeland).
Cruciale goederencorridors
Twee corridors zijn van vitaal belang voor de Nederlandse economie: de Oost corridor en de Zuidoost corridor. De helft van de goederenstroom vanuit Rotterdam gaat via deze corridors. Met de toenamen van het goederenvervoer is het van belang de bereikbaarheid te waarborgen. De Zuidoost corridor gaat via Rotterdam naar Brabant, Limburg en Duitsland. De A4, A67, A58 en A2 zijn hierin belangrijke wegen.
Beweging van de weg naar spoor
Naast de inzet op de weg, worden spoorverbindingen belangrijker. Als georganiseerd bedrijfsleven voor Zuid-Nederland zetten de LWV en VNO-NCW Brabant Zeeland in op de verbetering van het goederenvervoer over spoor. Onder andere door de ontkrachting van de Brabantroute en de ontwikkeling van de VeZa-boog in Zeeland. Voor personenvervoer staan Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) en betere internationale intercityverbinding hoog op de agenda. De verbindingen Amsterdam – Eindhoven – Heerlen – Aachen, Eindhoven – Düsseldorf en verbetering Roosendaal – Antwerpen zijn hier voorbeelden van.
Zowel de ondernemingsverenigingen als gedeputeerden waren positief over de gezamenlijke aanpak.