Tijdens de 27 jaar dat hij in dienst was bij de bank, waarvan 13 jaar als directievoorzitter van Rabobank Weerterland & Cranendonck stond samenwerking altijd centraal. Zeker ook in de moeilijke periodes. Zoals de fusies die gepaard gingen met de nodige ontslagen. De veranderingen hebben de bank sterker gemaakt. Hij neemt dan ook afscheid van een organisatie die klaar is voor de toekomst.
Door Wesley Hegge
Na een 27 jaar trouwe dienst afscheid nemen van de Rabobank, dat lijkt me niet gemakkelijk.
“Dat is zeker niet gemakkelijk. Ik vind dat je altijd zelf de regie over je eigen leven moet houden. Ik ben nu 56 jaar en voor mij is dit het juiste moment om te stoppen. De komende maanden neem ik de tijd om te bedenken wat ik in de toekomst wil gaan doen. En ik kijk met een heel gevoel terug. Ik ben dankbaar voor de plezierige samenwerking met mede-directieleden Marja Blankman en Hans de Kinderen, collega’s, ondernemingsraad, ledenraad en Raad van Commissarissen.”
Een carrière bij de Rabobank. Had u dat als student verpleegkunde ooit kunnen bedenken?
“Ik heb een à-typisch cv, dat ben ik met je eens. Voordat ik verpleegkunde studeerde, heb ik een tijdje fysiotherapie gedaan. Mijn rolmodel was Jacques Gruijthuijsen, die een eigen praktijk had aan de Emmasingel in Weert. Dat wilde ik ook: mensen helpen en ondernemer zijn. Maar door de economische crisis eind jaren zeventig was het kansloos je eigen bedrijf te beginnen.”
Hoe bent u dan in de bankwereld terecht gekomen?
“Een lang verhaal kort. Ik was gestopt met mijn studie fysiotherapie. Mijn ouders hadden die betaald. Dus vond ik dat ik zelf aan zet was. Ik begon een nieuwe studie, verpleegkunde. Daarnaast ben ik gaan werken in café ’t Swaentje in Weert. Na verloop van tijd startte ik met de studie HBO bedrijfskunde, en werkte inmiddels voor EDAH supermarkten. Tijdens die opleiding kregen we les van Vic Kerkhof, hoofd P&O van de Rabobank. In een van zijn lessen ging het over de mensbeelden. Daar kregen Vic en ik een felle discussie over, want we waren het met elkaar oneens. Enkele maanden later verzorgde Vic de diploma-uitreiking en ik maakte me al klaar voor het ergste. Maar tot mijn grote verrassing kwam hij naar me toe en zei: jij moet bij de Rabobank komen werken. Je kunt je voorstellen hoe verbaasd ik was.”
U heeft allerlei banen gehad binnen de Rabobank. Van organisatieadviseur tot interim-manager en segmentmanager Rabobank Nederland. Bovendien heeft u gewerkt op verschillende locaties, van het centrale kantoor in Utrecht tot Eindhoven, Geleen en Weert. Vervolgens kreeg u de opdracht om in de regio Weerterland zes banken te fuseren.
“Dat was toen de grootste fusie van lokale banken in Nederland. Mijn rol was de leden te overtuigen van onze toekomstvisie. Dus ben ik naar bijeenkomsten geweest in Ell en Soerendonk. Natuurlijk, als een bank in het centrum van Soerendonk verdwijnt, kan dat moeilijk zijn voor inwoners. Ik heb geprobeerd uit te leggen waarom de fusie nodig was. Uiteindelijk hebben we de leden weten te overtuigen van die visie.”
Waarom was die fusie nodig?
“Limburg lag achter op de fusiegolf van Rabobank in Nederland. Daardoor moest er geforceerd gefuseerd worden. We merkten dat we grote bedrijven die internationaal actief waren steeds minder goed konden bedienen. Dus moesten we mee groeien. Als je klein blijft, zit er een limiet aan de groei. Met dat verhaal ben ik de fusieklus aangegaan. Beslissingen nemen wordt voorafgegaan door zorgvuldig zaken afwegen en analyseren. Je maakt keuzes. Binnen de regelgeving. Maar vooral rekening houdend met de wensen van de klant en toezichthouder. Die beslissingen zijn soms hard. Intern, maar ook extern. Je probeert waar het kan samen op te trekken met anderen. Denk aan de Ledenraad, Raad van Commissarissen, Ondernemingsraad maar ook aan het LWV en MKB-Limburg. En daarbij steeds de menselijke maat voor ogen houden. Vergeleken met de andere grootbanken hebben wij, ondanks de fusie, nog altijd de meeste kantoren in de regio: Weert, Nederweert, Budel en Stramproy. We zijn dus nog steeds dichtbij. Online en offline.”
En nu is de Rabobank Weerterland & Cranendonck in staat om de bedrijven beter te bedienen?
“Dat klopt. Het aantal bedrijvenklanten is de laatste jaren flink toegenomen. We bedienen momenteel in z’n totaliteit 70.000 klanten, zakelijk en particulier. De omvorming naar een ‘nieuwe Rabobank’, zoals ik het noem, heeft dus een goede uitwerking gehad. De rol van de bank is steeds meer: verbinden. Werelden die elkaar aanvullen samen brengen. Dat gaf een extra uitdaging aan mijn functie. Wat is belangrijk, waar liggen prioriteiten, welke partijen kunnen dit bieden, wat is daarbij de juiste timing, kortom: ondernemerschap tonen.”
Dus met minder mensen in dienst lukt het wel om grote, internationaal opererende bedrijven te bedienen. Dat klinkt vreemd in de oren.
“Het verschil is dat de banken voorheen als zes eilandjes opereerden. We hebben nieuwe teams gevormd. Daarbij zijn er andere, specialistische functies ontstaan zoals senior private bankers, accountmanagers voor de grootzakelijke markt, senior vermogensbeheerders. Iedereen ziet nu in dat de Rabobank een toegevoegde waarde heeft, ook als kennisbank en netwerkpartner.”
U bent een echt ‘Wieërter jong’, afkomstig uit een middenstandsgezin en geboren binnen de singels. Uw ouders hadden een lampenspeciaalzaak aan de Beekstraat. Wat heeft u daarvan geleerd?
“Niet zeuren, maar aanpakken. Dat is met de paplepel ingegeven. Mijn broer en ik hielpen mee in de zaak. Hij was heel handig. Ik was meer de dromer, de lezer. Het was mijn taak om iedere zaterdag na sluitingstijd de kristallen kroonluchters te poetsen. Met een flanellen doekje en spiritus poetste ik honderden steentjes. Echt een monnikenwerk. Maar het resultaat was geweldig: de lichtjes schitterden in de etalage. Toen heb ik geleerd: zorg ervoor dat je de klant boeit. En bovendien: doe het samen. Gebruik ieders kwaliteit.”
Hebben die lessen en de feeling voor het ondernemerschap meerwaarde gehad tijdens uw carrière bij de Rabobank?
“Zeker. Ik laat me graag drijven door mijn gevoel en hart. Mijn intuïtie. Ik vind het fijn als ik anderen kan inspireren door mijn visie te delen. Ik geloof dan ook heilig in het ‘vermenigvuldigen door te delen’. Je moet toegevoegde waarde hebben. Bij een bank is dat snel vertaald naar economische waarde. Maar vergeet niet, er is ook nog het sociale en maatschappelijke aspect. Je moet jezelf de vraag te stellen: hoe heb ik dat gedaan? De wijze waarop je winst maakt is belangrijk. Als het om ondernemen en samenleven gaat, spelen samenwerking en duurzaamheid voor mij een belangrijke rol.”
Waar bent u vooral trots op?
“Een hele lijst. Maar de kern zit in de vele samenwerkingsverbanden en projecten. Vanuit ons coöperatieve hart. Ik denk aan ‘Rabobank Samen Sterker’, waarbij jaarlijks meer dan 400 verenigingen een sponsorbijdrage ontvangen. Of ‘Basis voor Beter’, een prachtig project over duurzaamheid met als doelgroep de bassischooljeugd. Maar ook ben ik trots op initiatieven zoals Keyport: samen werken aan een vitale regio waarbij de circulaire economie bijzondere aandacht krijgt. Als bank zijn we daar nauw bij betrokken.”
U laat de Rabobank dus met een goed gevoel achter?
“De bank is klaar voor de toekomst. Het is de kracht dat we nog steeds lokaal vertegenwoordigd. We kunnen particulieren en ondernemingen van alle soorten en maten van dienst zijn.”