Het Symposium ‘Van Groenafval naar Vitale Bodem’ vond afgelopen donderdag plaats in het Stadhuis in Weert. De 8 Keyport gemeenten, 3 agrarisch ondernemers en HAS Hogeschool zijn ervan overtuigd: we moeten groene reststromen gebruiken om de bodemvitaliteit te verbeteren.
De meeste agrariërs telen één gewas per perceel. ‘Door dit intensieve gebruik en ook door de klimaatverandering raakt de bodem langzaam uitgeput. Daar móeten we op inspelen. Bij voorkeur met organisch materiaal zoals maaisel, bladeren en andere groene reststromen.’ Met dit idee meldden drie agrarisch ondernemers zich bij Keyport 2020. Een haalbaarheidsonderzoek volgde.
Hergebruik groene reststromen
Hergebruik van groene reststromen biedt alleen maar voordelen, zo concludeert het onderzoek van HAS Hogeschool. Agrariërs hoeven minder in te grijpen met pesticiden en kunstmest. Bij droogte hoeven ze niet zo snel te beregenen. En het groenafval hoeft niet eerst naar een recycle bedrijf, wat weer scheelt in de transportbewegingen. En dat is nog niet alles.
Klimaatdoelen bereikt
Onze bodem kan dienen als opslagvat voor CO2 en zelfs de uitstoot aan broeikasgassen compenseren. In het zogeheten 4 promille initiatief – onderdeel van de klimaatonderhandelingen in Parijs- streven de partners ernaar om het organisch stofgehalte in de bodem met 4 promille te verbeteren. Nederland is een van die partners. ‘Door hergebruik van groene reststromen kunnen we deze doelstelling hier in de Keyport regio in een keer realiseren.’
De Productie Proeftuin
Opdrachtgever van het onderzoek is het Keyport Economisch Actieprogramma Agribusiness EAA. Met hun “Productie Proeftuin” versterken zij de regionale food en agri sector. Een sector die verantwoordelijk is voor 20% van onze economie. ‘Met kennissessies, masterclasses, onderzoek en innovatie stimuleren wij agrariërs tot duurzaam ondernemen en toekomstbestendige businessmodellen.’ Hans de Kinderen, voorzitter Keyport EAA en directeur Bedrijven van Rabobank Weerterland en Cranendonck vervolgt: ’ Dit project is daar een mooi voorbeeld van. Hier gaan we zeker een vervolg aan geven. Náást alle andere veelbelovende initiatieven die in de pijplijn zitten.’
